Cookie beleid DVS'33 Ermelo

De website van DVS'33 Ermelo is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan
  • DVS-TV & DVS-Video

  • Top-en Hoofdsponsors
  • Eerstvolgende wedstrijd

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!

Historie 1e elftal

Dit artikel bevat de sportieve historie van het eerste elftal van DVS vanaf het oprichtingsjaar. Er is zelfs nog teruggeblikt naar het seizoen daarvoor, waar de voorlopers van de club, Ajax en EFC bij elkaar in een competitie uitkwamen van de Utrechtsche Provinciale Voetbal Bond (UPVB). Hierin nog geen “namen en rugnummers”. Dat komt in de afzonderlijke jaargangen. In dit gedeelte is elk afzonderlijk seizoen aangestipt, waarin de kopjes de periodes goed weergeven.

DVS’33 in de Christelijke Nederlandse Voetbal Bond
Er is vaak vanuit gegaan, dat het voor de oprichting van DVS niet mogelijk was om in competitieverband te voetballen. In ’32-’33 namen de twee voorlopers van de club echter al deel aan een Zaterdagmiddagcompetitie, die door de Utrechtsche Provinciale Voetbal Bond (UPVB) georganiseerd werd voor clubs, die niet konden uitkomen in het zondagvoetbal. De Ermelose clubs EFC (de oudste en de grootste) en Ajax (de sterkste van de twee) namen deel aan een competitie samen met HVC en Entre Nous uit Harderwijk en HGM uit Putten. Ook de drie Spakenburgse clubs NAS (nu IJsselmeervogels, SFC en Windvogels (nu sv Spakenburg) hadden hun deelname toegezegd. Dat zou die competitie meer cachet gegeven hebben, maar hoewel er wel uitslagen bekend zijn in die jaargang, waren die clubs niet terug te vinden in de eindrangschikking. Ajax was daarin de grootste belager van de uiteindelijke kampioen HVC; EFC eindigde als laatste. Kennelijk waren de clubs niet erg tevreden over deze competitie, want hierna meldden deze clubs zich aan bij de CNVB. Ook na een door de UPVB belegde vergadering in Ermelo (het Oranje Hotel) kozen die verenigingen, samen met clubs uit Nijkerk (Sparta) en Spakenburg (NAS, het latere IJsselmeervogels) voor deze in 1929 opgerichte bond en was er voldoende animo om in de regio Harderwijk een competitie op te zetten.
DVS11933metbestuursledenGewaldTromGooteScannen0826.jpg
Het allereerste eerste elftal van DVS in 1933
De fusieclub DVS begon haar sportieve historie dus in deze afdeling van de CNVB. In die competitie moesten de geelzwarten HVC en Sparta nog voor laten gaan, maar in ’35 werden de Ermeloërs wel kampioen, zodat DVS op het neutrale terrein van Volharding uit Nunspeet aantrad tegen een andere kampioen, CSV’28. Hoewel de Veluwenaren sterker waren, won CSV’28 met 2-1, waardoor de strijd om die landstitel afgesneden werd. Ook in ’37 werden de geelzwarten kampioen, nu in de afdeling Zwolle voor een club als DOSK.
De verhuizing naar de afdeling Apeldoorn bracht in ’37-’38 bracht DVS in contact met sterke tegenstanders als Volharding Nunspeet en de Apeldoornse verenigingen DETO en Gazelle (de voorlopers van csv Apeldoorn). De geelzwarten leidden in het voorjaar van ’40, maar de inval van de Duitsers op 10 mei hield de club van een derde kampioenschap af.

Successen voor DVS in de Afdeling Utrecht
Voordat dat onder druk van de Duitse bezetter zou gebeuren, fuseerden alle bonden met de KNVB, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog wel het predicaat ‘Koninklijk moest inleveren. De UPVB werd nu, evenals bv de Amsterdamse Voetbalbond, de Twentse Voetbalbond als respectievelijk afdeling Utrecht, afdeling Amsterdam, e.d. aan de KNVB verbonden. Veelal bezigde men ook de term ‘onderbonden’. DVS kwam nu uit in de afdeling Utrecht, hoewel in ’41 nog een noodcompetitie werd ingesteld in de regio Harderwijk.

Het jaar ’43 werd een succes voor DVS, dat kampioen werd in de eigen kring Utrecht met voornamelijk clubs uit de Domstad voor concurrenten als DESTO en Blauw-Zwart. Daardoor trad het aan tegen de kampioen van de kring Hilversum; sv Huizen. Beide clubs wonnen hun thuiswedstrijd, maar het doelsaldo van de Ermeloërs was beter. Destijds het hoogst haalbare voor de geelzwarten. De strijd om de landstitel op de zaterdag was voorbehouden aan de kampioenen uit het district West 2, dat in ’40 al wel 4e klassen kenden.

In ’44-'45 bleek voetballen door vervoersproblemen onmogelijk, maar in ’46 herhaalde DVS het succes van ’43. Nu kende de Afdeling Utrecht drie kringen en traden de geelzwarten aan met de twee andere kampioenen, SSVU uit Utrecht en het Spakenburgse IJsselmeervogels. In toernooivorm bij de vv Veenendaal met een plaatselijke combinatie als afmattingstegenstander begonnen de Ermeloërs met een 5-1 zege op de “Vogels” en waren zij met 2-1 ook te sterk voor de spoorwegmannen uit de Domstad. Hoger kon het nog niet voor de geelzwarten.
DVS_125_jaar_1946_001_1.jpg
Het "koperen" jubileum van DVS werd gevierd met de titel in de eigen 1e klasse van de Afdeling Utrecht, waaraan ook nog het algeheel kampienschap van de Zaterdagmiddagcompetitie van deze afdeling gepakt werd.

KNVB’er van het eerste uur in West 1
Het kampioenschap in de eigen Kring was goed voor promotie naar de 4e klasse, die nu ook in de districten West 1 en Oost werden ingesteld. West 2 kreeg daar een 3e klasse boven. DVS kreeg nu te maken met de kampioenen uit de afdelingen Amsterdam en Haarlem. IJsselmeervogels bleek nu de sterkste, terwijl de Ermeloërs van de tien clubs net in het linke rijtje eindigde. Ook de afdeling Noord-Holland leverde een seizoen later clubs af aan de 4e klasse in West 1, dat nu twee uitgebreid werd tot twee 4e klassen. De zes Amsterdamse club werden gelijkelijk verdeeld over die twee 4e klassen. Ook Oost en Noord kregen elk voor het eerst een 4e klasse. De geelzwarten traden u voor het eerst in KNVB-verband aan tegen Spakenburg. IJsselmeervogels kroonde zich weer tot kampioen met DVS als de nummer drie. Dat was twee plaatsen hoger dan Spakenburg.

Verhuizing naar Oost met hoogtepunt op “Birkhoven”

Het aantal 4e klassen werd verder uitgebreid. Het aantal in Oost verdubbelde naar twee, wat een verhuizing voor DVS inhield. In een competitie met zeven tegenstanders eindigden de Ermeloërs samen met DOVO, dat debuteerde in de 4e klasse KNVB, bovenaan. Dat maakte een beslissingswedstrijd noodzakelijk en deze werd gespeeld op het veld van het Amersfoortse HVC, “Birkhoven”. Ondanks dat DVS de beste keeper van het zaterdagvoetbal onder de lat had, Henk Gewald, gingen de geelzwarten met 3-2 ten onder. Het vormde wel een absoluut hoogtepunt in de clubhistorie.

DVSDOVOopBirkhovenScannen0760.jpg

De twee elftallen van DVS en DOVO gingen voorafgaand aan de beslissingswedstrijd nog gebroederlijk op de foto.

Door de verhuizing naar Oost was het voor DVS in dat seizoen nog niet mogelijk om naar de 3e klasse te promoveren. Die was nu ook in West 1 ingesteld. Toch zou de Ermelose club die stap in ’50 toch zetten. In de 4e klasse A hadden kampioen WHC, Nunspeet en DOVO die promotie al te pakken, maar Go Ahead uit Kampen en DVS betwistten op het veld van Nunspeet het laatste ticket. Die strijd wonnen de geelzwarten met 4-1, zodat de Ermeloërs weer uitkwamen op het hoogste niveau in het zaterdagvoetbal.

DVS eindigde in ’51 met DOVO op een gedeelde vierde plek, waar Sparta Enschede (“het IJsselmeervogels van de CNVB”) kampioen werd. De Tukkers werden een jaar later weer kampioen, terwijl DOVO en DVS een plaatsje omhoog opschoven. Met een vijfde plaats in ’53 (terwijl het Nijverdalse DES kampioen werd) werd DVS vijfde en zakte het jaar later nog verder naar de achtste plaats, ver achter kampioen sc Genemuiden. Die plaats werd ook in ’55 ingenomen met sc Genemuiden als titelhouder net voor VVOG.

Als sv Ermelo naar rampjaar 1958
Op verzoek van de VVV werd de clubnaam in ’55 gewijzigd in sv Ermelo en werden er de sporten volleybal, atletiek en tafeltennis aan toegevoegd, maar sportief gezien werd het er niet beter op, Integendeel. Onder die naam eindigden de geelzwarten als laatste met slechts drie winstpartijen en een gelijkspel in 18 beurten. Genemuiden werd opnieuw kampioen.
De Ermeloërs namen door deze degradatie afstand van het hoogste podium in het zaterdagvoetbal. In dubbele zin, want het district West 2 kreeg er nog een 2e klasse boven. Door de uitbreiding van het aantal 4e klassen in Oost van twee naar drie, werd de club nu ingedeeld in een Veluwse afdeling, waar meteen weer promotie werd afgedwongen. De tweede plaats achter Nunspeet was daarvoor voldoende.

Het bleek een kortstondige opleving voor de vereniging. De naam van sv Ermelo prijkte weer troosteloos onderaan in de 3e klasse A in het rampjaar 1958. Door grote interne problemen binnen de club, resulterend in het royement van een aantal spelers van veteranenelftal, ontstond de scheuring tussen de sportvereniging en de nieuwe Ermelose club, die als EFC’58 de competitie zou ingaan. Over deze scheuring staat een apart artikel op de site. Klik hier voor dat artikel.

Na rampjaar 1958 terug in West 1
De degradatie in het rampjaar 1958 bracht DVS, ook weer onder de oude vertrouwde naam, terug naar West 1, dat overigens nog geen 2e klasse kende. In de 4e klasse C was er nog geen belangrijke rol voor de geelzwarten weggelegd met een plaats in de middenmoot. GVVV werd als debutant in de KNVB meteen maar kampioen. In ’60, het jaar waarin in alle districten een 2e klasse werd ingevoerd, ontsnapten de geelzwarten maar net aan degradatie, waar het Utrechtse DESTO en Sparta N elkaar de titel betwistten. Die ging naar de Domstad. Met een vierde plek het jaar daarop ging het al weer veel beter, maar er volgde al wel weer afscheid van Sparta N, dat kampioen werd. In ’62 groeide DVS door naar de tweede plaats achter het Hilversumse Altius, dat desondanks niet promoveerde. Het jaar daarop waren de rollen omgekeerd en promoveerde DVS naar de 3e klasse.
4.kampioenselftal1963.jpgHet kampioenselftal met trainer Hoogland, die DVS na 17 jaar weer een titel schonk. De club moest 16 wachten op weer een nieuw kampioenschap.

“Eeuwig Derdeklasserschap” breekt aan

DVS trad nu weer aan tegen VVOG, dat gedegradeerd was uit de 2e klasse. Toch waren de geelzwarten favoriet in de competitieouverture tegen de rivaal, die echter met 0-6 in Ermelo won. Onderschatting heette het tegen de groenwitten, die een betere wedstrijdinstelling aan de dag legden. De return in februari 1964 stond voor beide ploegen nog steeds in het teken van de titel. Het werd in Harderwijk 2-2 en VVOG zou uiteindelijk voor het Amsterdamse ADM ook kampioen worden met DVS knap als derde.


In ’65 verbeterden de geelzwarten zich weer een positie, maar bleef de afstand met kampioen De Geuzen uit Amsterdam nog groot. Het seizoen daarop kregen de geelzwarten voor het eerst in competitieverband met SDCP te maken, dat net gedegradeerd was uit de 2e klasse. Een kampioenschap was voor de geelzwarten nog wat verder weg met een vierde plaats achter kampioen SSVU. Met de komst van SDVB uit Barneveld en VVOP uit Voorthuizen nam het aantal streekontmoetingen wel toe. Na de derde plaats in ’67 met het Amersfoortse CJVV als sterkste werd het de seizoenen daarna minder.
Als nummer zes bleven de geelzwarten in ’67-’68 ver verwijderd van kampioen Geinoord uit Nieuwegein. De jaargang daarop werd ARC uit Alphen a/d Rijn uitgeleend uit West 2 en bleef alle clubs uit West 1 voor, terwijl DVS verder zakte naar de achtste plaats. Veluws succes was er wel in ’69-’70, waar SDVB in de strijd om het kampioenschap Sparta N net voorbleef, maar de geelzwarten hielden slechts twee tegenstanders onder zich, waaronder streekgenoot VVOP

Piek voor DVS in jubileumjaar
Het zou nog even duren, voordat DVS zich weer in de titelstrijd zou mengen. In ’70-’71 was de eindklassering met een zevende plek wat beter in een jaargang, waarin de geelzwarten kennis maakte met streekgenoot NSC, dat vooralsnog voor één jaar de Nijkerkse derby speelde. Sparta werd immers kampioen. In ’72 was het met een negende plaats nog droever gesteld met het Dolders DOSC als sterkste.
In het jubileumjaar ’73 had DVS haar zinnen gezet op de titel, maar rekende buiten de leenclub uit West 2, RCL. De strijd ging ook tussen die twee clubs. De 1-0 in Leiderdorp werkte al in het voordeel van de ‘Racingclub’ en de 0-0 in Ermelo met een onterecht afgekeurd doelpunt bracht de geelzwarten niet dichterbij. Een troost was dat DVS als runner up SDCP en Veluwse Boys voorbleef.

Na veertien jaar einde aan “Eeuwig Derdeklasserschap”
Met achtereenvolgend een zesde-, vierde- en zevende plaats vanaf ’73, waar respectievelijk Veluwse Boys, DOSC en SDCP kampioen werden, kwam er nog geen einde aan het “Eeuwig derdeklasserschap”.
Dat gebeurde wel in ’77 in een periode, waar “groot A”, zoals de A1/Onder 18 toen nog genoemd werd, meer publiek trok dan het eerste elftal. Een sterk verjongde hoofdmacht redde het niet in dat seizoen en eindigde als laatste. VVOP schreef clubhistorie door met de titel voor het eerst te promoveren naar de 2e klasse. DVS was nu zelfs door de “tweede garnituur” regioclubs gepasseerd. Veel slechter kon het niet.

Na zestien jaar weer kampioen
Vanuit de “kelder van de KNVB” moest DVS zich weer omhoog werken en het was weer wennen aan de 4e klasse. Dat bleek ook en na een zwakke competitiestart eindigden de geelzwarten nota bene nog direct onder Terschuurse Boys op de zesde plaats. Renswoude was dat jaar de kampioen.
5.DVS1metJanLankreijerenHenkGeitenbeekScannen0461.jpgTrainer Jan Lankreijer pikte DVS op in de 'kelder van de KNVB'' en loodste de ploeg met veel elan naar een historische promotie naar de 2e klasse.

In ’78-’79 was DVS de te kloppen ploeg, maar het draaide uit op een zinderend competitieverloop met het Zeister Jonathan en EDO (U) als grootste tegenstrevers. Zelfs na het laatste fluitsignaal in de door de geelzwarten gewonnen slotwedstrijd Montfoort-DVS was nog niet bekend, of de titel binnen was. Dat bleek enkele minuten later toen de 1-1 tussen de twee concurrenten bekend werd gemaakt. Toen barstte er een groot feest los, want de club had zestien jaar moeten wachten op een kampioenschap.

Turbulente jaren volgen op rentree
De rentree in de 3e klasse was groots. Valleivogels uit Scherpenzeel had een uitstekende generatie voetballers en met die club werd de hegemonie uitgevochten. Die was nog niet beslist in de reguliere competitie en noodzaakte een beslissingswedstrijd in Soest. De belangstelling voor de hoofdmacht was weer groots met onder andere een meelevende supportersgroep onder de naam “Tapside”.

Die won de slag al van de fanatieke aanhang van Valleivogels, maar ook binnen de lijnen waren de Ermeloërs de sterkste met 2-1. Wat menig trainer niet lukte, was elan brengen in de hoofdmacht. Het lukte trainer Jan Lankreijer wel en de beleving in en om het veld nam enorm toe. Het was weer enorm leuk bij DVS.

De winst in de beslissingswedstrijd zorgde tevens voor een historische promotie naar de 2e klasse. Die bracht DVS in één klasse met streekgenoten VVOG en SDCP (beiden gedegradeerd uit de 1e klasse) en NSC. De Ermeloërs kwamen niet goed uit de eerste fase van de competitie met drie streekderby’s en liepen het hele seizoen achter de feiten aan. De voorlaatste plaats dwong tot weer een stap terug met VVOG als kampioen.
In de 3e klasse werd Valleivogels weer de grootste concurrent, maar niet alleen. VVOP eindigde de reguliere competitie immers met eenzelfde puntenaantal als DVS en de Scherpenzelers. Dat maakte een nacompetitie van de drie clubs noodzakelijk, waarbij het doelsaldo in de reguliere competitie bij eenzelfde aantal punten doorslaggevend was. DVS won op het neutrale veld van vv Scherpenzeel ruim van VVOP, dat ook in Ermelo van Valleivogels verloor. Die club won ook in Voorthuizen van DVS, zodat de ‘Zelers’ promoveerden.
Dan maar in het jubileumjaar 1983, dacht men in Ermelo, maar dat seizoen werd een grote deceptie. Sparta N kroonde zich tot kampioen. In de loop van het seizoen ontdekten oud-profs van HVC de Amsterdamse ambtenaren van VVGA, dat net voor DVS als voorlaatste eindigde. In plaats van een bijdrage aan het jubileumfeest werd het dus een grote teleurstelling. Weer beginnen in de 4e klasse.
6_DVS1kampioenmetBertWoutersein_1985Scannen0394.jpg
Vorige generaties selectiespelers waren altijd lyrisch over zijn trainingen, maar Bert Wouterse (links staand naast voorzitter Joop Bakker) vierde pas in zijn laatste termijn een kampioenschap met DVS. In 1985 leverde hij de geelzwarten na een degradatie in '83 weer af in de 3e klasse met veel aanvulling van buiten klaar voor een grote sprong voorwaarts, maar wel zonder hem.

De jaren voor de grote sprong voorwaarts
DVS was boventallig in West 1 en kwam terecht in de 4e klasse B Oost, een vooral Veluwse klasse met onder andere voormalige gemeentegenoot Elspeet en streekgenoot Hierden. De geelzwarten waren veruit favoriet, maar kwamen met een 1-0 nederlaag in Vollenhove en een 1-1 in Ermelo niet om VENO heen. Er was nog een ontsnappingsroute mogelijk via een beslissingswedstrijd tegen Sparta E voor een plaats in de 3e klasse. Daarvoor moest wel in een beslissingswedstrijd van Oene gewonnen worden. Op wilskracht bleef het in Elspeet in de reguliere tijd 1-1, maar na de verlenging nam die tegenstander de strafschoppen beter dan DVS
Terug in West 1 waren de geelzwarten in ’84-’85 in de 4e klasse D onbetwist de sterkste en ook het jaar daarop draaiden de geelzwarten in de 3e klasse B bovenin mee. Op behoorlijke afstand van kampioen Jonathan moest men zich toch tevreden stellen met de tweede plaats.

DVS met impuls van buiten naar hoogste podium
Met behulp van een Mecenas versterkte DVS zich in ’81 met oud-profs van PEC en in hun kielzog keerden talenten uit de jeugdopleiding van de Zwolse profclub terug naar hun oude vereniging. De degradant uit de 2e klasse, SDCP, werd in het openingsduel met 5-0 gedeclasseerd, maar de Puttenaren bleken wel de grootste concurrent. Hadden de geelzwarten in de slotfase de 1-1 er niet in gefrommeld, dan was de streekrivaal zelfs kampioen geworden. Nu behielden de geelzwarten het punt voorsprong tot in de slotwedstrijd.
De rentree in de tweede klasse C in ’87-’88 verliep nu met succes, want geen van de opponenten kon de geelzwarten afstoppen. Het uitgeleende FC Lisse was met een jonge selectie de grootste concurrent voor de gelouterde Ermelose ploeg en Purmersteijn mocht in de kampioenswedstrijd in de voorlaatste wedstrijd figureren. De Lissenaren mochten tussen de bloembollen voor het prestige het slotduel winnen. De bloemen voor het kampioenschap waren toen al binnen.
7.1e_elftal_onder_Jan_Westerhof-kopie.jpgDe "Zwolse Coup" zorgde voor de nodige versterkingen, waarmee DVS in '88 het hoogste platform inhet zaterdagvoetbal bereikte. Jan Westerhof (geheel rechts staand) werd zo met twee titels in even zoveel seizoenen de meest succesvolle trainer van DVS.

Kortstondig optreden op hoogste podium gevolgd door sterke terugkeer
Na een uitermate slechte competitiestart haalde DVS Geerling Hamstra terug in de selectie. Na de 0-5 winst bij sc Elim keerde het tij en klommen de geelzwarten naar een uiteindelijke vijfde plek met sc Genemuiden als titelhouder. Dat mocht in ’88-’89 zeker een verdienstelijk debuut genoemd worden.
Dat beloofde veel voor het tweede seizoen op het hoogste podium, maar de geelzwarten acteerden slecht en zij wisten alleen Enter Vooruit onder zich te houden. Meest aansprekende resultaat was de 3-1 winst op aartsrivaal VVOG, die in die jaren de ambitie had om voor de hoofdprijs mee te doen. ACV kroonde zich tot kampioen. Het was het laatste seizoen, waarin de Zwolse oud-profs zich in het geelzwart hulden.
8.DVS1metFreddyPrinsBertvHunenstijnBartdewildeScannen0184.jpgMet een op papier mindere selectie leverde trainer Fred Prins een uitstekende prestatie om DVS weer in de hoogste klasse af te leveren, waar de meest stabiele periode in de 1e klasse volgde.
De verwachting was, dat het “uitgeklede” DVS direct door zou degraderen naar de 3e klasse. Dat gebeurde niet en de geelzwarten draaiden zelfs bovenin mee. Helemaal na de 6-1 nederlaag tegen de veredelde B-selectie van rkav Volendam was het kampioenschap wel verkeken. 

Die ging naar SDVB, maar na de gewonnen slotwedstrijd van RKAVIC, mochten de Ermeloërs, die wel als tweede eindigden en een periodetitel wonnen, naar Amstelveen om diezelfde club in de nacompetitie te bestrijden. De winst aldaar gaf wat extra dagen rust, terwijl ‘VIC’ vervolgens gelijkspeelde tegen Volendam. Het lukte DVS niet om de derde ontmoeting te winnen van de wijdbroeken, maar het 2-2 gelijkspel was genoeg voor de P-/D-wedstrijd tegen Elburger SC in Wezep. De eerste editie voor zo’n 3000 toeschouwers leverde ondanks een meeslepende wedstrijd met een 0-0 eindstand nog geen winnaar op, maar de tweede een week later was na een vroege voorsprong voor de Ermeloërs al snel beslist. Het werd ook nog 3-0, zodat de Elburger SC nog even moest wachten op een debuut op het hoogste niveau.


Langste aaneengesloten periode in hoogste klasse eindigt in mineur

DVS blies in de 1e klasse C haar partijtje meteen goed mee en zou in ’91-’92 tot aan de laatste wedstrijd zicht houden op de titel. En passant werd IJsselmeervogels op de eigen “Westmaat” weggecounterd. ACV werd twee keer aan de zegekar gebonden. De “Vogels” hielden in de return greep op een prijs om de Ermeloërs, overigens in een geweldige ambiance, door een 1-3 overwinning. De geelzwarten waren nu afhankelijk van een misstap van de Assenaren in de race om het kampioenschap. Die maakte ACV niet, maar de Ermeloërs finishten op een historisch fraaie tweede plek.

Na een redelijke seizoenstart in de 1e klasse B bleef DVS daarna met een tiende plaats direct onder VVOG ver weg bij dat succes, terwijl Heerjansdam en Kozakken Boys een beslissingswedstrijd nodig hadden om de kampioen aan te wijzen. Die ging naar Werkendam.
Terug in ‘C’ vierde DVS het 60-jarig bestaan in ieder geval wel op het hoogste niveau. Dat dan wel weer met een uiteindelijke positie in de middenmoot (achtste). Een seizoen later was de tweede periodetitel en de koppositie in Werkendam tegen Kozakken Boys nog inzet in de inhaalronde, maar de roodwitten beslisten die wedstrijd in hun voordeel door een benutte vrije trap en werden uiteindelijk ook kampioen. De Ermeloërs deden het met een zevende plaats net wat beter dan een jaar eerder.
9DVS1met_KeesScannen0172.jpgNa het vertrek van Fred Prins in '94 volgden de trainers bij DVS elkaar snel op. Steef van de Oosterkamp (zittend geheel rechts) handhaafde zich nof, maar zijn opvolger Peter Boeve niet meer.

Het seizoen ’95-’96 zou weer een klein rampjaar vormen. Trainer Peter Boeve en spelbepaler Herman Kok waren het niet eens over zijn positie in het veld en de sterspeler stopte voortijdig. Binnen de selectie broeide het en zelfs een aantal verstokte DVS’ers had hun vertrek al aangekondigd. De heersende gedachte was, dat alleen het P-/D-duel gewonnen hoefde te worden. Kampioen Urk wees DVS met een 3-0 in de slotwedstrijd naar de herkansing. In het Betuwse Aalst werd het een grote ontluistering met een 1-6 nederlaag tegen Veere, dat slechts een eendagsvlieg bleek op het hoogste platform. Door de reorganisatie in het amateurvoetbal de geelzwarten van de 1e klasse naar … de 1e klasse.

Heen en weer
Aan een redelijke stabiele periode was nu een einde gekomen. Twee jaar had DVS nodig om zich Hoofdklasser te kunnen noemen. De geelzwarten begonnen in de 1e klasse A wel als favoriet, maar uiteindelijk ging die strijd tussen Sparta N en SDVB, wat door de Nijkerkers gewonnen werd. De Ermeloërs strandden in de nacompetitie met Lunteren en de Barneveldse club.
De jaargang ’97-’98 bracht DVS voor het eerst in contact met de amateurs van Ajax, wat ook de grootste concurrent bleek. De geelzwarten eindigden met een verschil van negen punten ruim voor de Amsterdammers.
Bij de rentree in de Hoofdklasse was er daarna een achtste positie weggelegd voor de Ermeloërs, waar IJsselmeervogels kampioen werd. Die achtste plaats nodigde wel uit tot deelname aan de KNVB Beker, waar DVS in het Oosterpark Stadion met 10-1 van FC Groningen verloor. Mochten de geelzwarten in het seizoen daarna in 1999 nog dromen van handhaving, in 2000 verspeelden ze te vaak onnodig punten, waardoor de voorlaatste plaats weer directe degradatie in hield. Urk hield zich met een verschil van dertien punten op de runner up juist bovenin de ranglijst op.

Het herstel kwam met een zevende plek nog niet in ’00-’01. Marken kroonde zich tot kampioen, terwijl SDC Putten via de nacompetitie promoveerde. In het tweede jaar in 1A lukte het wel met Volendam als naaste belager. De wijdbroeken gingen de slotronde zelfs met een voordelige stand in, maar verslikten zich al in de 1e minuut van hun slotwedstrijd, waarna DVS voor eigen publiek een kampioenswedstrijd speelde.
Voor de Ermeloërs zou ‘02’03 het laatste jaar in de Hoofdklasse als hoogste niveau betekenen, want als voorlaatste (ver van kampioen Harkemase Boys verwijderd) volgde er direct weer degradatie. Meest opvallend waren nog de uitslagen tegen de kampioen; een week na de inhaalwedstrijd in Harkema (1-1) wonnen de geelzwarten thuis met 1-0 van de Harekieten. Het zou nu twaalf seizoen duren, voordat DVS weer op het hoogste podium mocht acteren.


Zeven jaar 1e klasse
Jan van den Berg had in ’03-’04 de missie om DVS met een op papier ervaren en sterke selectie terug te brengen naar de Hoofdklasse. De titelstrijd ging echter tussen HHC en Excelsior’31, die beiden promoveerden met de Ermeloërs daar direct achter. De Hardenbergers via de nacompetitie, die zij ten koste van de geelzwarten en SVZW wonnen.
Het jaar daarna eindigde DVS nog een plaats lager en grepen ook naast een periodetitel. SVZW werd kampioen en Go Ahead Kampen was de zeer verrassende volger naar de Hoofdklasse. Met een vijfde plek in ’05-‘06 leek het minder, maar grepen de Ermeloërs weer naast de nacompetitie. Jan van den Berg maakte het seizoen niet af als trainer. Berkum verraste vriend en vijand door DOVO uit de Hoofdklasse te gooien en promoveerde in het kielzog van Nunspeet.
Jürgen Schefczyk kreeg in het seizoen ’06-’07 weer geestdrift in de hoofdmacht van DVS. DOVO en SVZW maakten een ‘pas de deux’ van de titelstrijd, die door een midwinterse injectie door de Veenendalers gewonnen werd. De Ermeloërs kwalificeerden zichzelf door een 0-3 in het Apeldoornse Orderbos voor de nacompetitie en won een week later weer met 2-3 van CSV. De teleurgestelde “Zwaluwen” konden DVS evenmin van de gedroomde P-/D-wedstrijd tegen VVOG afhouden. De Harderwijkers handhaafden zich echter door een winnende tweede treffer in de verlenging op “De Putter Eng” in de Hoofdklasse.
Met een zevende plaats in zijn tweede jaar was het allemaal al minder, waar SDC Putten wel de hoofdprijs pakte. Zijn derde seizoen werd ook zijn laatste in Ermelo. DVS moest dat jaar zelfs de strijd tegen degradatie aangaan. In de loop van de slotwedstrijd van het seizoen werd steeds duidelijker, dat beide ploegen hun doel bereikten met de 0-0 stand. Daarmee handhaafden de geelzwarten zich op de negende plaats, terwijl csv Apeldoorn de concurrentie voorbleef in de strijd om het kampioenschap.

Na invoering Topklasse terug in de Hoofdklasse
Hennie in ’t Hof werd in ’09-10 als hoofdtrainer aangesteld om een elftal met veel spelers uit de eigen jeugdopleiding naar de Hoofdklasse te leiden. De eerste vier in de 1e klassen plaatsten zich door de versterkte promotieregelingen direct, maar ook de (vervangende) periodekampioenen maakten nog kans. DVS moest SVZW en DETO wel voor laten gaan, maar was samen met het verrassende NSC een van de vier promovendi. DTS’35 slaagde alsnog via de nacompetitie.
Het eerste jaar na de rentree in de Hoofdklasse C was DVS met een elfde plaats aangewezen op de herkansing. In een hele competitie met de eersteklassers d’Olde Veste’54 uit Steenwijk en DZC’68 toonden de geelzwarten duidelijk goed genoeg te zijn voor de Hoofdklasse. SVZW denderde door naar de Topklasse.
Met een zesde plaats voor de Ermeloërs verliep het seizoen ’11-’12 al veel beter. DETO dwong een beslissingswedstrijd af tegen het sterk favoriete WHC en won die verrassend.
De zevende plek een seizoen later leek wel wat minder, maar het districtsbekertoernooi vergoedde veel. In de achtste finale kreeg Topklasser SVZW ruim klop met 5-1 en vervolgens moest ook de aanstaande zondagkampioen Achilles’29 er met 1-0 aan geloven. HSC’21 blokkeerde de weg naar de finale door na een 2-2 de strafschoppen beter te nemen. DVS had zich door het bereiken van de halve finale al wel voor de ‘grote’ Beker gekwalificeerd. Zondagtopklasser AFC won de voorronde in de aanloop van het volgende seizoen onverdiende met 0-1, zodat DVS niet tegen FC Den Bosch hoefde.

DVS groeit naar Topklasse toe
In de Hoofdklasse A kreeg DVS met nieuwe tegenstanders te maken, zoals Quick Boys. Dat weerhield de geelzwarten er niet van om door te groeien. In de selectie leefde de overtuiging, dat promotie naar dit Walhalla in het zaterdagvoetbal niet alleen mogelijk, maar ook reëel was. Het winnen van de eerste periode als vervanger bevestigde dit, maar Quick Boys en Ajax toonden aan, dat de Ermeloërs daar toen nog net niet aan toe waren.

Jan Veldhuizen werd als coach aangetrokken om qua resultaten de puntjes op de i te zetten. DVS kwam in ’14-’15 pas in de tweede periode pas echt op stoom, toen ACV, de winnaar van de eerste- met 5-2 verslagen werd. De geelzwarten namen de koppositie direct van de Assenaren over om die nooit meer af te staan. Voor het ingaan van de slotronde voerden Excelsior’31 en Harkemase Boys de druk goed op door beide in Ermelo te winnen. Het zorgde voor een zinderende finale. Tot een beslissingswedstrijd kwam het niet, want DVS won soeverein met 0-3 op Urk, terwijl de Friezen hun kansen tegen Flevo Boys verspeelden.


Goed debuut in Topklasse gevolgd door positieverbetering in Derde Divisie.
Onder de elite draaide DVS onder Roeland ten Berge goed mee in de Topklasse, die tot de laatste dag zeer spannend bleef, omdat er zeven tickets te vergeven waren voor de nieuwe Tweede Divisie, waar de top van het zaterdag- en het zondagvoetbal in werden samengevoegd. Net voor de slotronde haakten de Ermeloërs af, maar een negende plaats was natuurlijk heel verdienstelijk voor een debuut. Excelsior Maassluis was de wat verrassende kampioen.
De afgeroomde Topklasse met nu drie beloftenteams erbij ging nu Derde Divisie heten. Aanvankelijk ging het nog redelijk op de ranglijst, maar er werd onnodig te veel puntverlies geleden. Willem Leushuis maakte het seizoen vanaf januari af en leidde DVS naar een uiteindelijk zevende plek, terwijl FC Lisse in de slotfase de koppositie verspeelde aan voorbestemde IJsselmeervogels, maar in de nacompetitie wel promoveerde naar de Tweede Divisie.
De verwachting voor ’17-’18 met oud-speler Bert van Hunenstijn als hoofdtrainer kwam zodoende hoger te liggen; zo rond de vijfde plaats.

Uiteraard was de favorietenrol in dat seizoen voorbestemd voor sv Spakenburg, dat kampioen werd doordat runner up Scheveningen zo laat op stoom kwam. De “Schollekoppen” promoveerden ook en DVS eindigde op een uitstekende derde plek mede door een indrukwekkende 5-1 overwinning op de “Blauwen” in Ermelo. Die mooie eindklassering leverde echter geen deelname aan de nacompetitie. Virtueel stonden de geelzwarten in die nacompetitie bij een 1-0 voorsprong op VVOG in de slotwedstrijd. Door de onnodige 1-1 werd DVS die mogelijkheid door de neus geboord. De Harderwijkers namen wel ultiem wraak voor de eerder op “De Strokel” smadelijk geleden nederlaag met 0-6.

Als nummer drie lag de favorietenrol vervolgens bij de Ermeloërs, maar het werd een Bollenstreek-aangelegenheid. Kampioen Noordwijk als promovendus naar de Derde Divisie en runner up Quick Boys als tweedejaars Derdedivisionist veroverden al tickets voor de Tweede Divisie. De 2-0 winst voor VVOG op de geelzwarten in Harderwijk werkte al niet gunstig in de tweede periode, die naar Hoek ging en ASWH rekende zich met een 1-1 tegen de ploeg van Bert van Hunenstijn rijk voor de derde periode. De club uit Hendrik-Ido-Ambacht promoveerde mee. DVS greep weer mis.

Winst_op_koploper_spakenburgDSC_7084.jpg

Kind van de club Bert van Hunenstijn eindigde in zijn twee seizoenen als hoofdtrainer van DVS even zo vaak op de derde plek. In zijn eerste jaar mede door de prachtige 5-1 zege op de gedoodverfde kampioen sv Spakenburg. Helaas werden periodetitels gemist.

 

Seizoen zonder prijzen

Ook in het seizoen ’19-’20 gold DVS als favoriet in de Derde divisie voor de titel, maar nu was het evenees weer onrustig in en rond de selectie. Hoewel de koppositie aan nieuwkomer Sparta Nijkerk gelaten moest worden (mede door een onverdiende 0-1 nederlaag in Nijkerk voor de geelzwarten), was er nog van alles mogelijk tot oktober. Toen trok eerstejaars DVS-trainer Richard Plug de stekker eruit na de goede 1-3 overwinning op VVSB in Noordwijkerhout, profiteerde Barendrecht met een 0-2 zege in Ermelo, hielden de twee assistent-trainer De Vries en Dooijewaard de hoop levend met een 1-2 zege in Sassenheim tegen Ter Leede en debuteerde Simon Ouaali als interim-trainer met een 0-0 thuis tegen Hoek. De verweesde selectie was er nog lang niet en met een 6-0 nederlaag in Lisse werd 2019 in mineur uitgeluid. Na de geflatteerde overwinning op het verrassend goed presterende ODIN’59 (4-1) leek nacompetitie nog heel dichtbij. Na verder puntverlies tegen o.a. SteDoCo en Sparta was de vierde plaats op de ranglijst promotie via de nacompetitie nog altijd mogelijk. Zeker na de goede 1-2 overwinning bij Jong Almere City FC. Het bleek echter de laatste verrichting in de Derde Divisie in deze jaargang. De competitie werd stil gelegd door het coronavirus en niet meer uitgespeeld. Geen winnaars en geen verliezers. Een seizoen zonder prijzen.

 

JACFC-DVSta20200307012230178.jpg

Met de uitwedstrijd van DVS onder interim-trainer Simon Ouaali kwam er eind februari abrupt een einde aan het seizoen 2019-2020. Na een drietal nederlagen bezorgde Oktay Öztürk zijn ploeg vanaf elf meter de 0-1 voorsprong, die uiteindelijk de 1-2 zege opleverde. 

 

(Laatste wijziging: 20200420)