De gemeente Katwijk kreeg er na de herindeling (samenvoeging met Rijnsburg) in 2006 nog een grootmacht bij, maar in de oorspronkelijke gemeente met de dorpen Katwijk aan Zee, Katwijk aan de Rijn en Valkenburg (ZH) huisde in de kustplaats al een grootheid met Quick Boys en later ook vv Katwijk. De eerste bal rolde in Katwijk aan Zee. Die plaats staat vooral als orthodox-protestants bekend, terwijl Katwijk a/d Rijn (ook wel Katwijk-Binnen) de roomse signatuur behield. Valkenburg was vooral verbonden aan de vestiging van de marinebasis met vliegveld.
Katwijk aan Zee
Katwijk aan Zee leverde in 1902 de eerste voetbalclub met KVV. Zaterdagvoetbal was nog niet aan de orde, maar volgens Databank Sport behoorde die club wel tot de oprichters van de Leidsche Voetbalbond. Die zondagclub bestond tot 1905.
Wat dat betrof was het Quick, dat op 1 februari 1920 werd opgericht, een langer leven beschoren, want die kennen we nog steeds als Quick Boys. Die toevoeging was in september 1921 nodig om verwarring met andere oudere, gelijknamige verenigingen te voorkomen. Begonnen als zondagvereniging reikte die club nog via de LVB naar de 4e klasse van de NVB (nog zonder K). De gemeente stond het heffen van entree op de zondag echter niet toe, waardoor de club in de financiële problemen kwam. De behoefte om over te stappen naar de zaterdag was levensgroot aanwezig. Zodoende beijverde Quick Boys zich om bij de LVB ook een zaterdagafdeling in te stellen, hetgeen geschiedde. Dat gaf de Duin- en Bollenstreek een grote voorsprong op de rest van het land, die tot de invoering van de Topklasse in 2010 altijd merkbaar is geweest. Prettige bijkomstigheid was, dat het district West 2 van de KNVB twee grote steden kende en Zuid-Holland als enige na de fusie van alle voetbalbonden in 1940 twee 4e klassen in de KNVB kregen. Quick Boys was daarin de grootmacht van die tijd. Het district West 1 had die potentie ook, maar de Amsterdamse zaterdagclubs (groot geworden in de kantoor- en bedrijfsvoetbalbonden) voelden echter niet de behoefte om hun krachten te meten met clubs als IJsselmeervogels, Spakenburg, Huizen, DOVO en DVS, zodat daar pas in 1946 voor het eerste een 4e klasse werd ingesteld. Door de invoering van een 3e klasse en later een 2e- bleef een club als Quick Boys vooralsnog de voorsprong behouden.
De overstap van het zaterdagvoetbal betekende wellicht de doodsteek voor DVV, opgericht in ’24. Dat was een principiële protestants-christelijke verenging, die in ’28 ophield te bestaan. Voor de instelling van een zaterdagafdeling in de LVB kwam die club uit in de Leidsche Bond Zaterdagmiddagcompetitie.
Waar de huidige vv Katwijk als oprichtingsjaar 1939 vermeldt, bestond er van ’32 tot ’41 een gelijknamige vereniging als de Katwijksche Gemeente-Ambtenaren Sportvereeniging (KGASV). Of er een verband is tussen die ambtenarenvereniging en de oranjehemden, is niet duidelijk. In prestatief opzicht kwam de club later tot bloei dan Quick Boys. De lokale derby kwam echt op de rol te staan, nadat Katwijk in ’88 promoveerde naar de hoogste klasse in het zaterdagvoetbal en vanaf ’93 begon het de grote rivaal ook naar de kroon te steken. Dat werd structureel na in de invoering van de Topklasse in 2010, waar de Nieuw Zuid-bewoners de boot volledig misten. Aan de twee landstitels, die al in de Hoofdklasse behaald waren, werden er nadien nog twee aan toegevoegd. In deze eeuw is Katwijk dus de succesvolste club uit het vissersdorp. Eén seizoen ontbraken de Krom-bewoners in de Topklasse (’14-‘15), maar keerde de Katwijkse clash wel weer voor een seizoen terug. De promotie na een jaar was voldoende om in ’16 mee te dingen naar een plaats in de Tweede Divisie, waar in ’18 het enige kampioenschap gevierd werd op dat niveau. De hegemonie in het plaatselijke voetbal ligt momenteel dus in Noord, maar als het aan “Nieuw Zuid” ligt die strijd zo spoedig mogelijk weer helemaal open.
Katwijk a/d Rijn
Ooit was Katwijk-Binnen, zoals de plaats ook wel genoemd werd, het bestuurlijk centrum van de gemeente, maar dat veranderde na de verhuizing van de visafslag naar Katwijk aan Zee. Het dorpje aan de Rijn bleef vooral agrarisch en … Rooms. Het is dan ook niet vreemd, dat het KRV van 1933 opgericht werd bij de pastoor.
Het was overigens niet de eerste club in Katwijk-Binnen. Dat was Voorwaarts van 1907. Verenigingen van die naam duidden vaak op socialistische oorsprong. De club kwam ook niet in de LVB uit. Gezien het kleine aantal socialistische verenigingen was het moeilijk om een competitie te organiseren. Voorwaarts overleefde het eerste jaar dan ook niet.
Als katholieke club speelde KRV tot aan de fusie van alle bonden in een roomse voetbalbond en vanaf ’40 in de LVB. In de 60-er jaren werd er een zaterdagtak opgericht, die de ‘Zondag’ ging overstemmen. Daarom werd halverwege de 80-er jaren besloten de beide secties samen te voegen en op de zaterdag te gaan spelen. Met succes. Na de fusie met MVKV, de club van de marinevliegbasis, ging het verder crescendo. In ’14 werd de Hoofdklasse bereikt en volgden er onder de nieuwe naam FC Rijnvogels zelfs derby’s tegen Quick Boys en vv Katwijk volgde. In het spoor van de blauwwitten volgde de club via de nacompetitie naar de Derde Divisie, waar het één seizoen verbleef. Er waren vijf seizoenen nodig om dat niveau weer te halen na het kampioenschap in de Hoofdklasse in 2022. De rentree was goed met een vierde plaats in de eindrangschikking.
Valkenburg (ZH)
Het MarineVliegKamp Valkenburg kreeg in ’66 een eigen sportclub met dezelfde initialen, die stonden voor Met Vereende Krachten Voorwaarts. Het veld lag een 100 meter van dat van KRV en veel leden woonden in Katwijk a/d Rijn, zodat de fusie in ’14 misschien wel een logisch gevolg was.
Het dorp Valkenburg had zijn eigen club; Valken’68. In het oprichtingsjaar vonden inwoners van die plaats het nodig, dat het Valken Boys uit de 50-er jaren een opvolger kreeg. De vereniging slaagde er zelfs in om in ’14 de 1e klasse te halen, maar met alleen eigen jongens was dat niveau maar twee seizoenen vast te houden.
Rijnsburg
Na de herindeling (fusie van Rijnsburg en Katwijk) won het gemeentelijke voetbal nog meer. Rijnsburgse Boys voegde zich bij de Katwijkse clubs; aanvankelijk alleen nog tegen Quick Boys. De club werd opgericht in 1930 en is eigenlijk altijd de enige voetbalvereniging in Rijnsburg geweest. In ’37 kreeg het gezelschap van OBB, maar die club hield het maar twee jaar vol. De Boys sloten zich aan bij de Leidse Voetbalbond en ontsteeg die “onderbond” in ’43. Daarna stond de derby tegen Quick Boys vaker wel dan niet op het programma. Die tegen vv Katwijk volgden, toen de oranjehemden ook de weg omhoog vonden. FC Rijnvogels stond niet op de rol. In de eigen Duin- en Bollenstreek en ook landelijk werd Rijnsburgse Boys een grote, aansprekende club met heden een prachtige accommodatie.
Met een tussenjaartje in ’95-’96 acteren de “Uien” vanaf ’80 onafgebroken op het hoogste niveau in het zaterdagvoetbal. Het enige wat ontbreekt op het palmares met vijf afdelingstitels in de hoogste klasse en twee algehele zaterdagkampioenschap in ’90 en ’09 is de landstitel bij de amateurs. In het seizoen ’15-’16 viel er een ticktet te verdienen voor de nieuwe Tweede Divisie, waarin Rijnsburgse Boys in een heftige concurrentiestrijd verwikkeld was met DVS. De Ermeloërs pakten vier punten in dat seizoen van de Rijnsburgers, die desalniettemin promoveerden. De eerlijkheid gebied te zeggen, dat die club daar ook niet misstaat.
(Versie 20240404)
