Cookie beleid DVS'33 Ermelo

De website van DVS'33 Ermelo is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan
  • DVS-TV & DVS-Video

  • Top-en Hoofdsponsors
  • Eerstvolgende wedstrijd

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!

Interview met Cock Andreae

Cock Andreae: “Wie het verleden niet kent, kan niet kijken in de toekomst”

Gooi er een kwartje in en je krijgt voor een knaak aan verhalen terug. Ondanks zijn geringe gestalte kan je niet om hem heen: Cock Andreae, wandelend archief van Ermelo. Hij kan zich dingen tot in detail herinneren. Hij spuit, desnoods ongevraagd, allerlei wetenswaardigheden, die al dan niet interessant zijn. Met wie kan je beter een nostalgisch pad volgen dan met hem. Een pad, dat op een mooie nazomerse dag in september 2019 leidt langs bijzondere plekken in en rond het dorp voor hem zelf, maar in het bijzonder langs plaatsen, die voor DVS van belang zijn geweest. Dan komen er ook namen voorbij van bekende dorpsgenoten en van zaken, die al lang uit het Ermelose straatbeeld zijn verdwenen. Het pad volgt niet de chronologie.
 
Door: Joop Tomassen
 
De route begint bij de Burgemeester Vitringalaan, waar het geboortehuis van Cock Andreae stond:


Links de Burgemeester Vitringalaan in de 50-er jaren en rechts Cock Andreae schuin voor zijn ouderlijke woning.
 
“Hier ben ik op 29 juni 1942 geboren. Hiernaast woonde Geurt Jansen, de schilder, op de hoek woonde Dekker-Aal; daar waar Van Dongen nu zit, zat vroeger Doggenaar, de fietsenmaker, de familie Schep. Mijn vader was hier aannemer. Hij kwam oorspronkelijk uit Putten, maar hoe hij in Ermelo terecht is gekomen, weet ik niet. (Wellicht door zijn huwelijk met een Ermelose.) Ik had nog twee broertjes; een van 1946 en een van 1948. Die van ’46 is op 51-jarige leeftijd overleden. Ik heb dus nog één broer en die woont in het Oude Noorden in Rotterdam.”

Op de linkerfoto blijkt het Volkbelang al startpunt voor menige activiteiten. Het gebouw maakte plaaats voor woningen. Zie foto rechts met Cock Andreae. 
 
Bij zijn ouderlijk huis lag vlak om de hoek van de Rozenlaan en de Dahlialaan stond het Christelijk Volksbelang, dat grote aantrekkingskracht op de oorlogskleuter Cock uitoefende: “Ik heb begrepen, dat Het Volksbelang in de oorlog een gaarkeuken was. De mensen, die in de oorlog niets te eten meer hadden, konden hier terecht. Het is ook nog een kleuterschool geweest. Als ze mij, toen ik zo’n 3 jaar oud was 9net na de oorlog), zochten, zat ik hier altijd op de kleuterschool. Ik weet niet waarom, maar ik vond het er leuk, gezellig. Later waren er hier ook bruiloften en partijen en werden er ook gemeenteraadsvergaderingen gehouden” (om en om in het gemeentehuis te Nunspeet, dat tot ’72 samen met Ermelo een gemeente vormde.
De Nunspeetse raadsleden spraken denigrerend over ‘die kroeg’,( jt). “Een keer in de maand was er ook een filmavond van CFA, zoals Siske de Rat, De wind waait om de rotsen. Meneer Strop was de beheerder van Het Volksbelang.”
Het Volksbelang bleek ook nog een belangrijke plaats te zijn voor DVS. Al in de 40-er jaren organiseerde de voetbalclub daar ook de ontspanningsavonden voor de leden (vaak een film) of Bazars.

Links Stalhouderij (later Taxi) Bakker, waar DVS'33 werd opgericht. Ook dat gebouw heeft plaatgemaakt voor nieuwbouw met Cock Andreae ervoor.
 
Van het Christelijk Volksbelang gaat het naar de kruising Stationsstraat/Berkenlaan/Dirk Staalweg. Waar vroeger Stalhouderij, daarna Taxi Bakker, gevestigd was, wonen nu ouderen: “Dit is de plek, waar DVS opgericht is; 1 september 1933. Ik kende wel Aartje, Dinie, Joop en Hiebo Bakker. Dat waren dochters en zoons van Bertus Bakker. Joop en Hiebo waren wel jonger, maar wij hadden toen een zelf opgericht trommelclubje, De Herriemakers. Daar zaten ook nog Aalt Bakker, mijn broer Bert en Freddy Evers in. Als er een WK voetbal was, kon je bij Bakker op De Zolder voor een kwartje voetbal kijken. Die was de eerste in de buurt, die een televisie had. Maar er kwamen ook veel DVS’ers op dinsdagavond bij elkaar om te tafeltennissen, klaverjassen, bakje koffie drinken, een praatje met elkaar maken. Dat was eind 50-er/ begin 60-er jaren. De zolder was echt het sociale ontmoetingspunt voor DVS’ers. Met die jongens van Schep, Wil (nog aanvoerder van DVS 1 geweest, jt) en Ben, gingen we dan ook een onderling competitietje tafeltennis spelen.”
 
 
De blik gaat al gauw diagonaal naar de andere kant van de kruising: “Daar schuin tegenover stond het huis van de familie Timmer. Daar is in 1960 Het Ermelo’s Eethuis gebouwd (nu Chinees Restaurant De Lotusbloem en Cafetaria Het Hoekje). Nu zit Ron Beugelsdijk daarin, maar vroeger heeft Aalt Bonestroo daar nog in gezeten. Dik Stellingwerf is er toen uitgegaan en toen is het een Chinees geworden. Het Ermelo’s eethuis was een begrip in het dorp; overdag was het een lunchroom en ’s avonds kon je er een pilsje kopen. Toen ik bij de VAD werkte, ging ik daar ook altijd eerst een sorbet eten, voordat ik naar huis ging.”
 
Helemaal links in vogelvlucht de oude MULO. Hierop is te zien, dat Oud- en Nieuw Ermelo bij de Stationsstraat aan elkaar vastgegroeid zijn. Op de middelse foto de MULO vanaf de achterkant. Hier is te zien dat de twee kernen nog niet helemaal aan elkaar zijn vastgegroeid. Rechts staat Cock Andreae voor de appartementen, die gebouwd zijn op de locatie van de oude MULO.
 
Even verderop de Dirk Staalweg in staat Cock Andreae stil bij de plek, waar hij de middelbare school volgde. Door de import vanwege de stichtingen en de daarbij behorende behoefte om de kinderen te laten doorleren, had Ermelo al vroeg een ULO, later MULO en na de Mammoetwet de MAVO. De MAVO Irminlo is inmiddels opgegaan in het Christelijk College Groevenbeek en de opleiding heet tegenwoordig VMBO-tl. De aannemerszoon ging er drie jaar naar school: “Bij die (M)ULO waren twee lokalen voor het voorbereidend onderwijs en dan kreeg je het natuurkundelokaal en de 1e, en 2e klas van de MULO. Ze hebben mij toen van de 3e klas MULO afgehaald, omdat ze bang waren, dat ik overspannen zou worden. Vandaar ben ik naar de Handelsavondschool in Harderwijk gegaan. Dat zat bij het Lyceum in (nu Chr. Coll. Nassau Veluwe). Dat was op maandag-, woensdag- en vrijdagavond. Ik heb de driejarige opleiding gedaan. Ik werkte toen al bij de VAD op de administratie.”

Links het gebied rond De Enk met toen nog Hotel Peter, de warme bakkerij van Antje van Bentum en daarachter het Patrimonium. Rechts Cock Andreae zittend op het leugenbankje op het Pauwenplein.
 
Via wat vroeger nog een donker steegje was, parallel aan de Stationsstraat en wat uitkwam op het verlengde van de Dwarsweg, gaat het richting de Enk, zoals het gebied al heette, voordat er woningen en winkels gebouwd werden. Voor de pensionado Cock Andreae was het bankje op het huidige Pauwenplein een belangrijke ontmoetingsplaats: “Het leugenbankje is in 2008 geplaatst door wethouder Vliek. Collega’s uit Harderwijk kwamen mij daar nog mee feliciteren. De opzet was om elke morgen toch even een sociaal praatje met de mensen te kunnen maken. Ik stopte met de snackbar en vroeg de gemeente, of het niet mogelijk was om een leugenbankje te creëren, zoals Harderwijk dat ook had. Daar staat het bij de haven en dat was makkelijker. Dat moest volgens mij in De Enk komen. Later is dat veranderd in het Pauwenplein. Maar het werkte niet in Ermelo. En er zijn ook steeds meer oudere Ermeloërs, die tegenwoordig de deur niet meer uit komen.”
 
Voordat het winkelcentrum De Enk gebouwd werd, stonden er net voorbij de splitsing van de Stationsstraat en de Telgterweg, zoals Dr. Holtropstraat toen nog heette, enkele beeldbepalende gebouwen. “Hiernaast stond Hotel Peter. Daarnaast zat de bakkerij van Antje van Bentum en daar weer naast Het Patrimonium. Dat is ook nog een dependance van De Wegwijzer geweest. In het Patrimomium konden mensen ’s avonds lesnemen om bouwtekenaar te worden of aannemer of een andere vakopleiding. Achter Hotel Peter werden nog danslessen gegeven door het echtpaar Vliek uit Nijkerk. Het eerste uur voor beginners en daarna voor de gevorderden. Ook daar werden bruiloften en partijen gehouden en kwam de MAC (motor- en automobielclub) bij elkaar.”
 
In Hotel Peter vonden ook de algemene ledenvergaderingen plaats van DVS. De meest emotionele was wel die in februari van 1958, waarin een aantal leden van de club besloot om zich af te splitsen en een maand later leidde dat tot de oprichting van EFC’58. Dat was weer op “De Zolder” bij Bakker. Cock Andreae was als 15-jarige zelf niet aanwezig op die bewogen bijeenkomst, maar hij kan zich die periode nog wel herinneren: “Ik heb als 15-jarige wel meegekregen, dat er heibel was in de vereniging met Jaap Sliep, Gerritsen en zo. Bertus Bakker is ook eerst nog meegegaan naar EFC.”
 
Aan de Renault Dauphin te zien op de foto links, had Cock Andreae de lagere school De Wegwijzer al verlaten. Recht, waar Cock Andreae staat, gaapt nu nog een groot gat, waar ooit De Wegwijzer stond.
 
Er wordt niet lang stilgestaan bij de periode, die voor DVS heel ingrijpend is geweest. De route wordt via de Stationsstraat gevolgd naar de Kerklaan, waar lagere school De Wegwijzer stond. “Daar had je vijf klassen en daarna ging je naar de voorbereiding van de MULO. Je had nog wel de zesde en de zevende klas. Je had in Ermelo het onderscheid tussen gereformeerd en hervormd. Als je gereformeerd was ging je naar De Wegwijzer en als je hervormd was ging je naar de school aan de Putterweg. Ik was hervormd, maar ging naar de gereformeerde school, omdat mijn ouders het schijnbaar te gevaarlijk vonden voor mij om de grote weg over te steken. Mijn vader was van huis uit gereformeerd en mijn moeder hervormd, maar hij is overgestapt. Vroeger lag die scheidslijn ook nog wel scherp. Iemand die gereformeerd was deed boodschappen bij de gereformeerden, zoals de Centra van de familie Van de Kooij, schoenenwinkel Leene, de drogisterij van Van Sloten, Terpstra met z’n groenten en fruit (later Bleijenberg), en niet bij de hervormden en andersom. De hervormde winkels zaten meer bij het oude dorp, rond de Oude Kerk. Toen ik geboren werd, waren het oude en het nieuwe dorp al lang aan elkaar vastgegroeid.
De gebroeders Tempel, Jaap en Arie, zaten een klas hoger dan ik. Jan en Wim van Asselt gingen er naar school, Wilma van Eikenhorst. Meester Venema was hoofd van deze school. Dan had je nog juffrouw Veerman en juffrouw Tromp, meester van Krimpen, meester Harkema.”
 
Het eerste veld van DVS lag achter het dakpannenfabriekje aan de Hamburgerweg. Dat veld is zichtbaar op de middelste foto, waar op het veld een evenement op Koninginnedag gaande was met de toenmalige burgemeester. Op de foto rechts is te zien, dat ophet voormalige voetbalveld nieuwbouw verrijst.

Vanaf daar de Kerklaan uit, rechtsaf de Dr. Holtropstraat in en voor het spoor linksaf. Dan blijkt de ingang van het eerste veld van DVS moeilijk te vinden. Dat veld lag achter de dakpannenfabriek, dat op de nominatie staat om een monument te worden. Met een omweg via de Heidelaan en de Oude Telgterweg wordt tussen alle aanbouw van nieuwe woningen geprobeerd de exacte ligging van het veld te traceren. Als 6-, 7-jarige kwam Cock Andreae al bij DVS, maar hij heeft ook andere herinneringen aan het gebied. De rijtjeswoningen aan de Oude Telgterweg, gebouwd na terugkeer van de Nederlandse VN-soldaten in ’53 in een buurt, dat in de volksmond ‘Korea’ ging heten, waren er nog niet en de hei liep door tot aan de weg: “Door zandafgraving was hier een kuil ontstaan, waar water in stond. Daar zaten ook heel veel salamanders. Wij vingen dan salamanders, die wij voor een dubbeltje aan kapper Voerman aan de Stationsstraat verkochten. Wat hij er mee deed, wisten we niet. Voor zijn aquarium?”
 
Op dat eerste veld vierde DVS grote successen. In het geboortejaar van Cock Andreae ('42) speelden de geelzwarten voor de competitie nog tegen Huizen, maar een jaar later was die club tegenstander inhet algeheel kampioenschap van de Afdeling Utrecht, dat door de Ermeloërs gewonnen werd. 
 
Door de bouwwerkzaamheden is het niet mogelijk om precies op het veld te komen, waar Ajax als voorloper van DVS al op voetbalde. De titel veld was al te veel gezegd. Het heidegebied was afgeplagd en gras stond er niet op. Bij overvloedige regenval kwam ook nog eens grind naar boven. Dat waren de omstandigheden, waaronder DVS al grote successen boekte met kampioenschappen in ’35, ’37 in de 1e klasse van de CNVB, in ’43 en ’46 in de 1e klasse van de Afdeling Utrecht met beide keren ook het algeheel kampioenschap van die ‘onderbond’. Bij de laatste promoveerde de club als eerste naar de 4e klasse KNVB. Die successen waren al geweest, waardoor die niet in het geheugen van Cock Andreae zijn gegrift. Hij kwam er dus al wel op jonge leeftijd: “Hier is DVS begonnen. De lijnen moesten steeds getrokken worden en van boomstammen hadden ze doelpalen gemaakt. Drees van Duinen, altijd met pet op, was daar terreinknecht. Hij was ook grensrechter. Bij DVS staat nog altijd een elftalfoto met hem erop. Ik was zelf een jaar of 6, 7, toen ik hier voor het eerst kwam. Dan ging je hier kijken. Ik geloof niet, dat je entree hoefde te betalen. Dat kampioenschap in de 1e klasse van de Afdeling Utrecht en van de hele afdeling tegen IJsselmeervogels heb ik niet meegekregen. Daar was ik nog te jong voor.”
 

Op de linkerfoto markeert Cock Andreae het voetbalveld bij Loedeman, nabij de Oude Nijkerkerweg en de Kawoepersteeg. Rechts taat hij voor het voormalige Boys-terrein, dat iedereeen nu wel herkent als het huidige hoofdveld van DVS. 
 
Van ‘Knevel’ verhuisde DVS naar het veld voor Loedeman, maar is er ook nog een jaar op het Boys-terrein gevoetbald. Dat bleek globaal gelegen te hebben op het huidige hoofdveld van de accommodatie aan de Sportlaan. Oudere Ermeloërs zegt de term Boys-terrein allicht nog wel wat. Dat was afgeleid van Ermelosche Boys, een clubje (of meer een elftal) dat bestond rond de oprichting van DVS en ook nog tegen het tweede elftal uitkwam in de 2e klasse CNVB (afd. Harderwijk). Dat clubje heeft nog tot halverwege de 40-er jaren bestaan.
 
Via de Horsterweg richting Fokko Kortlanglaan wordt de locatie bereikt (hoek Horsterweg/Oude Nijkerkerweg), waar het veld van Loedeman gelegen moet hebben, maar niets duidt erop, dat er ooit een voetbalveld heeft gelegen. En dat terwijl DVS daar voor het eerst op echt gras voetbalde. Nu ligt daar de camping Horsterland.
 
 Rechts op het veld bij Hamstra speelt DVS in '60 een bekerwedstrijd tegen IJsselmeervogels. Van dat veld is nu niets meer te zien. Achter de haag lag het hoofdveld van DVS.

Even verderop aan de Oude Nijkerkerweg betrok DVS in ’53 het gemeentelijke sportpark, waaraan voor altijd de naam Hamstra is verbonden. Van Jan Hamstra. Recht tegenover het Zwarte Pad (tussen de Horsterweg en de Oude Nijkerkerweg) geeft het pad naar camping ‘Voor Anker’ toegang tot het terrein, waar DVS tot ’62 haar verrichtingen vertoonde. Je kwam binnendoor van Veldwijk af en dan ging je het pad op, rechtsaf met het huis van Jan Hamstra. Dan het pad op en daar had je een twee hokken om je om te kleden en daar kon je je wassen. In de zomer waren er zomerkampen, als DVS vrij was. Zodra het seizoen weer begon, stopten die kampen. Dat kan ik me allemaal nog wel herinneren.”
Waar een hoge heg elke blik op de locatie van het vroegere veld ontneemt, wijst Cock de juiste plek aan: “Het hoofdveld lag daar. Het hoofdveld keek uit op een weg van Veldwijk. Daar had je de moestuinen en Lenstra was ploegbaas over een aantal van die jongens.  Bij Hamstra had je geen clubhuis, maar een hokje, waar je knakworst, frisdrank en koffie en gevulde koeken kon kopen. Beert van Panhuis deed dat samen met de vrouw van Harry van de Weyer.”
Dat dat gemeentelijke sportpark niet de faciliteiten had, zoals de accommodaties nu, viel niet eens op: “Alle accommodaties waren toen één laken een pak. Als je bij VVOP in Voorthuizen moest voetballen, moest je eerst nog de schapen van het veld halen. Toen had je al die voorzieningen van nu niet. Je waste je na de wedstrijd met koud water. Dat kan je niet meer vergelijken. Je moest ook nog zelf je shirt, je voetbalschoenen en alle attributen kopen. Je kon je kleding kopen bij Kiffen, waar nu De Ontmoeting zit. Die deed de distributie van de kleding van DVS.”
 
“EFC heeft hier ook nog gevoetbald” weet Cock Andreae nog, al is de juiste toedracht hem niet bekend. De afsplitsing van sv Ermelo (zoals DVS toen heette en zich ook weer vanaf september 1958 weer ging noemen) had in ’62 gehoopt het nieuwe sportpark aan de Sportlaan te kunnen betrekken. De gemeenteraad besloot echter anders en wees dat toe aan DVS, omdat dat de oudste, grootste en hoogst spelende club van Ermelo was. Zodoende verhuisde EFC van Het Gat van Stip nabij de Varenlaan/Drieërweg naar Hamstra. Omdat DVS aan de Sportlaan nog niet beschikte over een lichtinstallatie, mocht het nog wel bij Hamstra trainen.
 
Bij Hamstra zette Cock Andreae ook zijn eerste schreden als voetballer: “Op m’n twaalfde werd ik lid van DVS en ben ik hier bij Hamstra begonnen met voetballen. Ik heb me nog als lid opgegeven bij Kamphorst aan de Eikenlaan. Dat was ook een aannemer. Dat was in ’54. Daarvoor kon je nog geen lid worden van een voetbalvereniging. Toen kon je nog niet met 4 of 5 jaar al lid worden en voetballen, zoals nu met de bambino’s. Met ons elftal zijn we nooit kampioen geworden. We speelden tegen VVOG, SDC, VVOP, Hulshorst, en zo. We gingen overal op de fiets er naartoe. Dat waren heel andere omstandigheden dan nu.
 
Er is ook nog wel een foto van Groot A, waar wij opstaan in een shirt met een V erop. Dat shirt is nog speciaal in Barneveld of Voorthuizen gemaakt onder leiding van Dick Broekhuizen. Die is ook nog voorzitter van DVS geweest. Die heb ik begin 50-er jaren ook nog wel zien voetballen.”
 
Het terrein bij Hamstra was het enige, waar Cock andreae heeft gevoetbald. Hier staat hij op de elftalfoto als eerste speler vanaf links. 
 
Toen bleek al wel, dat Cock Andreae beter kon wandelen dan voetballen. Dat deed hij naast het voetballen dan ook en in de jaren daarna: “Ik heb later ook twee keer de Vierdaagse van Nijmegen gelopen. Dat was in de jaren 60. En ik heb op mijn 21e nog een keer Amsterdam-Leeuwarden gelopen. Toen ik in de horeca ging werken, had ik minder tijd om te voetballen. Dat was in ’60. Ik heb niet lang in de senioren gevoetbald. Ik voetbalde in het vierde, maar ik heb ook nog één keer met het eerste meegevoetbald tegen Tuinders uit Utrecht. Ik heb nog gevoetbald met Marten de Groot, Wim Adam, Hans Kruishoop, Wim Kamphorst, Aart Nijhuis. Joop Bakker was jonger dan ik; daar heb ik nooit mee samen gevoetbald.”
 
Zoals Cock Andreae al aangaf, kon hij het voetballen niet meer combineren met zijn werk in de horeca. Maar dat was niet zijn eerste baan. Die vond hij bij de Veluwsche Autobus Dienst op de plaats, waar nu Albert Heyn is gevestigd. Of het zijn eigen keuze was, is de vraag: “Op de MULO vroegen ze zich af, wat ik zou moeten gaan doen; bakker, postbode, maar mijn nicht, die op ’s Heeren Loo werkte zei; ga eens solliciteren bij de VAD. Zo ben ik hier op de administratie terecht gekomen. Links had je de garage en rechts de kantoorruimte. Als je naar boven de trap op ging, keek je tegen een glas-in-loodraam aan. Elke 25 jaar werd dat door het personeel aan de VAD geschonken. Daar heb ik gewerkt tot ’67.
 
De VAD, op de foto links, was de eerste werkgever van Cock Andreae. Het kantoorgebouw en de markante garage bestaan niet meer. Op die locatie pakken de mensen nu hun winkelkarretje voor AH.
 
De VAD had ook een eigen voetbalclub, Velaudi. Daar heb ik ook nog in gevoetbald. Dan speelden we tegen andere busondernemingen en we deden mee in de zomeravondcompetitie.”  Dat Velaudi nog in de 3e klasse Afdeling Utrecht heeft gespeeld tegen clubs als Hierden, NSC, Stroe, en dergelijke was hem ontgaan, maar toen werkte hij ook nog niet bij deze grote busondernemer. Dat zal ongeveer van ’55 tot ’58 geweest zijn. Daarna nam EFC’58 toevalligerwijs de plaats in die competitie van Velaudi over.
 
Links De Lindehoek, waarnaast Cock Andreae zijn eerste stappen zette in de horeca en later zelfs als ondernemer van Onder de Linde, later kwalitariia Onder de Linde. Rechts het terras van wat ooit de kwalirtaria was.
Vanuit zijn kantoorruimte keek Cock Andreae langs de toenmalige gemeentesecretarie, vanouds het Huis van Barmhartigheid, diagonaal over het kruispunt /Harderwijkerweg/Putterweg/Leuvenumse Weg/Stationsstraat naar het restaurant annex automatiek De Lindehoek van voorheen Huizinga. Daar zou Cock Andreae zijn loopbaan vervolgen en uitgroeien tot de bekendste patatbakker van Ermelo: “Vandaar ben ik in de horeca bij Kleijer van De Lindehoek terechtgekomen. Dat was toen nog een automatiek. Zo is Kleijer ook begonnen. Daarvoor was het Huizinga. Bij Huizinga kwam ook altijd de elftalcommissie bijeen. Daar hoorde je dan altijd in welk elftal je speelde en op welke positie.
Ik heb ook nog bij De Vos gewerkt. Dat bestaat nu (2019) vijftig jaar. Daar ben ik in ’72 begonnen. Tot ’74 en daarna heb ik nog wat verschillende dingen gedaan. Kleijer wilde de automatiek afstoten en beginnen met het restaurant. Ik wilde altijd al voor zijzelf beginnen en toen kreeg ik van Kleijer de kans. Dat is van oktober ’77 geweest. Dat heb ik veertig jaar gedaan en toen werd ik 65; dan ga je met pensioen.”
Bij elke bestelling had de fritoloog wel een mooi verhaal: “Ik had voor iedereen wel een woordje. Als er dan wel eens mensen in de problemen zaten, zei ik altijd, dat je moest denken aan die twee kikkers in een ton met melk. De ene zegt; ik verdrink en de ander zegt; ik spartel net zo lang, tot het boter wordt en dan kruip ik eruit. Wij hadden in de cafetaria twee specialiteiten. De hamburger speciaal en de karbonades. Daar kwamen mensen van heinde en verre voor naar Kwalitaria Onder de Linde. Ik werd laatst eens aangesproken door een echtpaar, die ik helemaal niet herkende. Dat bleek jarenlang in Ermelo op de camping te hebben gestaan en kwam vast bij mij voor mijn specialiteiten en een praatje. Die naam hebben ze te danken aan die grote lindeboom voor Huizinga. Zodoende werd dat de Lindehoek genoemd. Omdat de takken van die boom zich uitstrekten over het afdak van het cafetaria, heb ik het ‘Onder de Linde’ genoemd. Die boom is nog met een hevige storm omgegaan. Eerst was Automatiek, toen Snackbar, maar later Kwalitaria. ‘Onder de Linde’ hebben we aangehouden voor erkenning en herkenning. Later liepen de mensen ook met tasjes met de naam erop, zodat men kon zien, dat ze ook bij de Lindehoek zijn geweest. Dat heb ik gedaan tot 2007. Toen had ik de pensioengerechtigde leeftijd van 65.”
 
Zoals de vele wenskaarten in zijn huiskamer van zijn appartement in het hart van Ermelo al aangeven, is zijn leeftijd inmiddels gevorderd tot 77. Dat is nog jong genoeg om nog vele jaren voor zich te hebben. Niet eens zo vreemd eindigt de route bij begraafplaats De Varenhof. Dat heeft alles te maken met een traditie, die door enkele prominente DVS’ers en Ermeloërs in het verleden is ingezet. Cock Andreae, die in de nazomer van zijn leven zit, maakt deel uit van dat selecte gezelschap aan die sentimental journey:
 
Cock Andreae was één van de DVS'ers, die op oudejaarsdag altijd stilstonden bij overleden clubgenoten en andere bekende Ermeloërs.
 
“Nu zit ik in de blessuretijd; zo kan je het noemen. Elke dag, die ik nog leef, is een genade. Van mijn lichting liggen er al veel aan de Varenlaan; of Koningsvaren, zoals het tegenwoordig heet. Zo gaat het. Op oudejaarsdag verzamelden we ons altijd met een groepje om half twee en dan liepen we zo’n twee, tweeënhalf uur over de begraafplaats heen langs markante figuren uit het dorp. Dan hadden we over iedereen een verhaaltje en na afloop gingen we naar “De Schout van Ermel” voor een afzakkertje. Joop Bakker is daar ooit mee begonnen met Richte Tromp. Hoe het exact ontstaan is, weet ik ook niet. Ik werkte nog voor mezelf en ik had ook wel interesse om mee te gaan. Jan Bolt was daarbij, Jan van de Berg. Jan van der Meyden is samen met Jan Bolt erbij gekomen. Ik ben bang, dat het nu snel gebeurd is met die traditie. We lopen nu nog maar met z’n drieën. Die traditie is aan het uitsterven. Het is afwachten of er nog mensen zijn, die daar interesse in hebben.”
 
Zich terdege bewust van de levensfase, waarin hij zit, staat Cock Andreae nog volop in het leven: “Ik heb nog veel vrijwilligerswerk. Daar ben ik ook nog druk mee. Dat is in de zomer vijf middagen op de Kanovijver. Met de braderieën ben ik zes dinsdagen verkeersregelaar. Ik breng ook posters rond voor evenementen, zoals Fête de la Music, en voor de thuiswedstrijden van DVS. En ik zit nog bij een politieke partij (VVD); daar probeer ik me ook hard te maken voor de ondernemers en de Ermelose bevolking. Ik heb wel eens de kans gehad om bij de gemeenteraad te komen, maar dat heb ik afgewezen; laat mij maar gewoon in deze positie. Dat past me beter. In de zomermaanden doe ik het niet, zolang ik bij de Kanovijver zit, maar ik ben ook nog betrokken bij de Maandagmorgenploeg. Dan werk ik bij de ‘Ondergrondse’. Dat zijn de kleedkamers beneden. En ik ben nog altijd supporter van DVS; altijd bij de uit- en de thuiswedstrijden aanwezig. Altijd met een groepje; Klaas van ’t Slot, Johan Hamstra en Louis Broersma. Gert Nijeboer is ons pas (in december 2018) ontvallen, maar die ging ook altijd mee.”
Tot zover een nostalgische route met een kleurrijk persoon onder het motto: “Wie het verleden niet kent, kan niet kijken in de toekomst”  Hij leidt nog steeds een druk leven, maar … hie het nog altied wel tied veur een praotje.