Cookie beleid DVS'33 Ermelo

De website van DVS'33 Ermelo is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!

Het Spakenburgse voetbal

Het voetbal in Bunschoten-Spakenburg
Wie voetbal in Spakenburg zegt, zegt IJsselmeervogels en Spakenburg. Geen plaats voetbalde zoveel titels bij elkaar als de twee clubs van “De Westmaat”. In ’79 kreeg de gemeente Bunschoten er nog een speler bij met vv Eemdijk. Die club bevestigde nog eens de grote faam van het plaatselijke voetbal door in ’18 te promoveren naar de Derde Divisie en daarmee de twee grootmachten uit de Tweede divisie op de voet volgt.
 
Alleen zaterdagvoetbal in Bunschoten
De oorsprong van de oudste clubs in de gemeente Bunschoten ligt “pas” in de 30-er jaren. Waar andere zaterdagbolwerken nog prille ontwikkelingen in het zondagvoetbal kenden, ontstonden er pas clubs in de gemeente Bunschoten in de 30-er jaren, toen het mogelijk werd om op zaterdag te voetballen. Naast de verenigingen, die in die jaren aansluiting zochten bij de Utrechtse Provinciale Voetbal Bond of de Christelijke Nederlandse Voetbal Bond, bestonden er wel andere buurt- en straatclubjes, die zich beperkten tot vriendschappelijke duels en seriewedstrijden, zoals toernooien destijds nog genoemd werden.
 
Overigens vond men die clubs niet zozeer in de hoofdplaats Bunschoten of in het kleinere Eemdijk, maar in Spakenburg. Tegenwoordig voert men de plaatsnaam Bunschoten-Spakenburg, maar toen lagen de voormalige stad Bunschoten en het vissersdorp Spakenburg nog van elkaar, maar de plaatsen zijn inmiddels aaneen gegroeid. De twee plaatsen verschilden van elkaar. Zoals duidelijk was Spakenburg het vissersdorp en woonden de boeren in Bunschoten. Aangezien dat ook het bestuurlijk centrum van de gemeente was, huisden daar ook de ‘klerken’ (kantoormedewerkers).
 
Alleen Spakenburg en IJsselmeervogels blijven over
Stormvogels was met het oprichtingsjaar 1931 de oudste club in de gemeente,. Dat was de club van de boeren en de klerken, daarna gevolgd door NAS (van de vissers) en SFC in ’32. Wat daar het achterland van was, is niet bekend. De laatste bestond slechts een jaar, maar voetbalde in ’33 nog wel tegen DVS. De Ermeloërs wonnen met 10-1 en wellicht was dat ook de zwakste van de Spakenburgse clubs. In ’33 kwam er nog een vereniging bij onder de naam Strandvogels.
De jaren ’31 en ’32 leverden ook nog talloze clubjes op, die zich niet aansloten bij een bond, zoals Ajax, Noordster, SDO, DVO en Spakenburgse Boys. De meeste daarvan verdwenen ook weer snel of gingen op in een andere. Het gaf destijds wel veel plaatselijke ontmoetingen.
 
In ’32 werd het mogelijk om in de UPVB deel te nemen aan een competitie op de zaterdag. Daarvan maakten Windvogels, NAS en SFC ook gebruik. Kennelijk verliep die competitie niet naar tevredenheid, want in het voorjaar van 1933 kwamen Spakenburgse clubs, samen met Sparta uit Nijkerk, HGM uit Putten, EFC en Ajax (de twee voorlopers van DVS) en HVC uit Harderwijk in Ermelo in vergadering bijeen vanwege hun overstap naar de CNVB. De UPVB probeerde die overstap in het toenmalige Oranje Hotel in Ermelo nog te voorkomen. Tevergeefs.
 
De Spakenburgse clubs vonden de tegenstand vooral in ’t Gooi en de genoemde Veluwse clubs in de regio Harderwijk/Nijkerk. Die bleven nadien ook merendeels spelen in de CNVB, waar de Spakenburgse clubs in ’34 alweer kozen voor de UPVB.
 
Van al die clubs bleven er twee over. NAS wijzigde in ’35 de naam in vv IJsselmeer en na de fusie in ’37 met Strandvogels werd de nieuwe naam IJsselmeervogels. Onder die noemer ontwikkelden de “Rooien’ zich tot meest succesvolle amateurclub van het land.
In de oorlogsjaren voetbalde IJsselmeervogels slechts vriendschappelijk, maar werkte zich door een gedegen training (conditioneel, technisch en tactisch) op naar een geduchte tegenstander voor iedere club. De rivaliteit met Stormvogels, dat in ’37 de naam veranderde in Windvogels, stuwde beide clubs op in de vaart der volkeren.
 
Spakenburgse clubs na de oorlog naar successen
Het kampioenschap van IJsselmeervogels in ’46 in de ‘Gooise’ 1e klasse van de afdeling Utrecht (zoals de UPVB na de fusies van alle voetbalbonden met de KNVB ging heten met de daarbij behorende promotie naar de 4e klasse KNVB (die in ’46 ook in West 1 in navolging van West 2 al in ’40) wordt wel genoemd in de annalen van de ‘Vogels’, maar het kampioenschap van de Afdeling Utrecht in datzelfde jaar niet. Daarin streed IJsselmeervogels met DVS en SSVU bij vv Veenendaal (plus een afmattingstegenstander bestaande uit voetballers van meerdere Veenendaalse clubs buiten mededinging). De Ermeloërs wonnen beide wedstrijden; 5-1 van IJsselmeervogels en 2-1 van SSVU. De Utrechtse vereniging promoveerde samen met DVS en de ‘Rooien’ naar die nieuwe 4e klasse. Het seizoen ’46-’47 was dus de eerste jaargang, dat de geelzwarten competitieverplichtingen kreeg met IJsselmeervogels. Een jaar later voegde ook sv Spakenburg zich daarbij. De “Blauwen” wijzigde de clubnaam in ’47 na de fusie met de gymnastiekvereniging Lycurgus, wat tevens het voorvoegsel sv verklaart.
 
De twee Spakenburgse clubs bestormden in sportief opzicht de hemel, maar tot groot ongenoegen bleef de strijd om de zaterdagtitel voorbehouden aan de clubs uit het West 2 in de jaren, dat dat district nog een hogere klasse kende. Desalniettemin werd IJsselmeervogels met 31 afdelingskampioenschappen, 16 titels op de zaterdag en 7 landskampioenschappen bij de amateurs de meest succesvolle amateurvereniging in Nederland. De laatste in ’10 als eerstejaars Topklasser. De drie KNVB-bekers op de zaterdag en de twee bij de amateurs plus vijf districtsbekers verbleekten wellicht bij de prestatie in de ‘grote’ beker in ’74-’75, toen HVC, Limburgia, FC Groningen en AZ’67 (na verlenging) uitgeschakeld werd en FC Twente de club in de halve finale een halt toeriep; een ongekend succes, dat pas in ’16-’17 (VVSB) en ’23-’24 (usv Hercules) geëvenaard werd. Als enige ooit werd IJsselmeervogels als amateurvereniging verkozen tot sportclub van het jaar.
 
De grote rivaal sv Spakenburg presteerde dan wel wat bescheidener, maar werkte zich eveneens naar een prachtig palmares met 13 afdelingstitels op het hoogste niveau, werd drie keer zaterdagkampioen voor de invoering van de Topklasse in ’10 en even zo vaak daarna. Twee keer kroonden de ‘Blauwen” zich tot de beste amateurclub van het land, waarvan de tweede als Topklasser. In het eerste jaar als landskampioen legde men ook beslag op de districtsbeker. Als algeheel landskampioen bij de amateurs evenaarde de vv Katwijk IJsselmeervogels met zeven titels.
 
Met de invoering van de Topklasse ’10 bleek een toppositie voor de Spakenburgse clubs niet meer vanzelfsprekend, hoewel de eerste twee nog wel naar “De Westmaat” gingen (de eerste in ’11 naar de rode kant, de tweede in ’12 naar de blauwe).
Met de invoering van de Tweede Divisie in ’16 bleek voetballen op het hoogste niveau zelfs niet meer gegarandeerd. IJsselmeervogels miste de eerste editie en Spakenburg tuimelde in ’17 van het hoogste platform. Beide clubs keerden na een jaar ook wel weer terug, zodat de moeder aller derby’s in ’18-’19 weer op de rol stond.
 
Moeder aller derby’s
De moeder aller derby’s kent haar weerga niet in het land. De wedstrijden tussen IJsselmeervogels en Spakenburg werden al in de 30-er jaren gespeeld en alleen een bomincident in ’87 en het schenden van een herenakkoord tussen beide clubs (om geen spelers bij de aartsrivaal weg te kopen) in ’99 haalde de plaatselijke ontmoeting voor een aantal seizoenen van het programma. Liefst tachtig keer sinds ’46 werd de derby, die zelfs toeschouwers uit het buitenland trok, gespeeld; 36 maal voor de invoering van de 1e klasse in ’70, 32 keer in de 1e klasse/Hoofdklasse en 12 keer in de Topklasse. Soortgelijke affiches als Quick Boys-Katwijk, DOVO-GVVV en De Treffers-Achilles’29 komen daar nog niet aan.
 
DVS tegen IJsselmeervogels en Spakenburg
Na het kampioenschap van de Afdeling Utrecht in ’46 kwam DVS acht seizoenen in competitieverband  uit tegen IJsselmeervogels en vier tegen Spakenburg. In de tweede helft van de 40-er jaren konden de Ermeloërs niet winnen van de tweevoudig kampioen in de 4e klasse KNVB, maar bij de hernieuwde kennismaking in de 1e klasse in ’92-’93 won een counterend DVS met 0-1 van IJsselmeervogels door een doelpunt van Mattias Visser en hielden de “Rooien’ de optie voor 3500 toeschouwers open voor de titel na de 1-3 op de Veluwe. Het jaar daarop wonnen beide hun thuiswedstrijden (Vogels 3-1 en DVS 1-0). In hun kampioensjaar ’98-’99 waren de ‘Rooien’ twee keer te sterk (2-1 en 2-4). Direct voor de eeuwwisseling hielden de geelzwarten het op “De Westmaat nog goed bij met 1-1, maar werd het in Ermelo een zware nederlaag met 1-6. In het jaar ’15-’16, waarin promotie voor de nieuwe Tweede Divisie was te verdienen, verraste de debutant IJsselmeervogels in Ermelo met 4-0. Ondanks de 2-1 zege van de “Vogels’ in de return kwamen zij niet meer in de buurt van promotie en eindigden evenals in ’91-’92 onder de Ermeloërs. In het jaar daarop lieten zij zich niet verrassen en wonnen na de geflatteerde 1-6 bij DVS ook op de eigen “Westmaat (2-1). Dat was tot de jaargang ’23-’24 de laatste ontmoeting tussen beide clubs in competitieverband.
 
Ook Spakenburg won de twee eerste competitiewedstrijden in ’47-’48 van de geelzwarten. Door de verhuizing van DVS van West 1 naar Oost en de stagnatie in de prestaties van de Ermeloërs na ’55 zou het tot ’92-’93 duren, eer die wedstrijd weer op het programma kwam. Na de roemloze 0-4 in de eerste wedstrijd zou de return voor DVS een goed resultaat opleveren (1-1). Hierna waren de twee clubs weer tot ’15 van elkaar gescheiden en speelden de geelzwarten als debutant in de Topklasse in Spakenburg knap met 1-1 gelijk. Het reeds gepromoveerde Spakenburg kon zich maar moeilijk opladen voor de slotwedstrijd in Ermelo, waar DVS met 4-0 nog veel eer in dat duel legde. Als degradant uit de Tweede Divisie in ‘17 begon de opmars naar de titel met een gelukkige 2-1 zege op DVS, maar in Ermelo speelden de geelzwarten de latere kampioen met 5-1 behoorlijk zoek.
 
Ook jongste club Eemdijk succesvol
Inmiddels ontwikkelde zich in het gemeentelijke voetbal een derde loot, dat in ’18 gegroeid is tot een stevige stam. Het nog geen duizend inwoners tellende dorpje Eemdijk deed in de 70-er jaren vaak met twee teams mee aan de competities in het zomeravondvoetbal (competities tussen plaatselijke straat-, buurt- of bedrijfselftallen) en toonden zich daarin soms de sterkste. Er werd een nieuwe uitdaging gezocht in de reguliere competitie, wat in ’79 leidde tot de oprichting van vv Eemdijk. Hoewel een club van het dijkdorpje zelf, mocht het niet in Eemdijk zelf voetballen vanwege het bestemmingsplan, dat de aanleg van een sportpark aldaar niet toestond. De ‘Groenen’ kwamen te spelen op sportpark De Vinken, wat oorspronkelijk bedoeld was voor één van de twee grootmachten uit de gemeente, maar geen van beide clubs wensten “De Westmaat” te verlaten.
“De Vinken” bood ook meer gelegenheid voor de recreatieve voetballer, waarvoor op “De Westmaat” eigenlijk geen ruimte was. Tien jaar lang vertoefde de jongste club in de gemeente in de Afdeling Utrecht en daarna wisselend in de 4e- of 3e klasse KNVB. Met lede ogen zag Eemdijk aan, dat vaak goede spelers, maar niet goed genoeg voor de hoofdmacht van de ‘Rooien’ of de ‘Blauwen’ hun heil zochten bij clubs in Nijkerkerveen, Nijkerk, Nunspeet, en dergelijk, waarna men beleid ontwikkelde om die voetballers aan zich te binden. Met succes. Als tweedeklasser maakte men in ’10 gebruik van de versterkte promotieregeling naar de 1e klasse om via de nacompetitie in ’15 door te stoten naar de Hoofdklasse. In het derde jaar aldaar grepen de ‘Groenen’ voor grotere favorieten de titel en schreven historie met de promotie naar de Derde Divisie. Nog geen derby tegen één van de twee plaatselijke grootmachten, maar van Eemdijk kan men alles verwachten.
Voor DVS werd het in ’18-’19 de eerste confrontatie met de ‘Groenen’ voor de competitie, hoewel al wel eerder voor de districtsbeker van Eemdijk gewonnen werd, destijds nog derdeklasser. De 0-9 op “De Vinken” en de 5-0 in Ermelo droegen bij in het record, dat de geelzwarten als meest productieve club zou vestigen (met 102 doelpunten voor). Eemnes redde het niet, kreeg nog wel een herkansing, maar werd door Sparta Nijkerk terugverwezen naar de Hoofdklasse. Dat niveau heette voor het eerst Vierde Divisie (’22-’23), toen “De Groenen” zich voor sc Genemuiden overtuigend de sterkste toonden en terugkeerden in de Derde Divisie. Nu met een selectie, die zich zou kunnen handhaven. De derde club uit de gemeente Bunschoten voegde daarmee wel weer wat toe aan het voetbalbolwerk.
 
Nieuwe lokale derby
Eemdijk zou in ’23-’24 voor het eerst een lokale derby gaan spelen en daarmee historie schrijven. IJsselmeervogels kon zich namelijk na een slecht seizoen niet rechtstreeks handhaven in de Tweede Divisie, maar nog wel een herkansing krijgen. Het Utrechtse Hercules trok de “Rooien” na de 6-0 op “Voordorp” en de 0-5 op “De Westmaat” wreed van het hoogste platform. Daarmee zijn de “Vogels” wel de gedoodverfde kampioenskandidaat in de Derde Divisie A, die in deze jaargang voor het eerst regionaal is ingedeeld.

(Versie 20240328)