Cookie beleid DVS'33 Ermelo

De website van DVS'33 Ermelo is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan
  • DVS-TV & DVS-Video

  • Top-en Hoofdsponsors
  • Eerstvolgende wedstrijd

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!

Historie Sparta Nijkerk

Sparta overwegend de meest prominente club van Nijkerk
Voor de oprichting van Sparta Nijkerk bestonden er in de stad wel meerdere voetbalclubjes, die al dan niet aangesloten waren bij een voetbalbond. Van de nog steeds bestaande verenigingen zijn de oranjehemden de oudste met het oprichtingsjaar van 1931. Het is moeilijk aan te geven, hoe de verwevenheid van Sparta met het Zwaluwen van ’34 is en met Achilles van ‘36.
In ’33-’34 kwam de club wel tegen DVS uit in een van de 1e klassen (afdeling Harderwijk) van de Christelijke Nederlandse Voetbal Bond, die in ’29 werd opgericht om het principiële voetballen op zaterdag mogelijk te maken. Ook de UPVB gaf in ’32 voor het eerst de mogelijkheid om op de zaterdag in competitieverband te voetballen. EFC en Ajax, de voorlopers van DVS deden dat in die bond en wellicht Sparta ook. Kennelijk niet tot tevredenheid, want de drie clubs traden in ’33 toe tot de CNVB. Even later fuseerden de twee Ermelose clubs tot DVS en was Sparta van alle nog bestaande clubs in de regio de oudste tegenstander van de geelzwarten. (De Harderwijkse zaterdagclub HVC hield in ’35 op te bestaan).
 
Van CNVB naar UPVB en Afdeling Utrecht
Waar de Ermeloërs tot aan de fusie van alle voetbalbonden in ’40 bij de CNVB bleven, keerden de Spartanen in ’35 terug naar de UPVB. Zwaluwen, dat in ’33-’34 ook nog in de CNVB speelde, kwam daarna ook uit in de UPVB op de zaterdag. Sparta en Zwaluwen zouden in ’36 opgegaan zijn in Achilles. De naam Achilles was alleen dat jaar bij de UPVB bekend; kennelijk is er toch weer onder de naam Sparta gevoetbald. In ’34 meldde zich nog een protestante voetbalclub bij de CNVB, Nijkerksche Boys, maar daar is verder niets van bekend.
 
Van de Afdeling naar de top in ‘87
Door de fusies van alle voetbalbonden met de (K)NVB in ’40 kwam Sparta uit in de Afdeling Utrecht en had daar meer moeite om die te ontstijgen dan de Ermeloërs. DVS deed dat in ’46 al bij de eerste mogelijkheid en de Nijkerkers in ’55. De geelzwarten speelden toen in de 3e klasse in Oost, zodat er nog geen ontmoeting plaatsvond tussen de twee clubs. Bovendien speelde Sparta tot ’58, toen het kampioen werd in de 4e klasse. De twee clubs kruisten elkaar, want DVS keerde na de degradatie in ’59 terug naar de 4e klasse in West 1. Aangezien de Spartanen het toen nog maar een jaargang uithielden in de 3e klasse, kwam er in ’59-’60 voor het eerst een ontmoeting tussen de twee clubs. Door het kampioenschap in ’63 namen de Ermeloërs weer afscheid van Sparta, tot zij elkaar in ’68 na de Nijkerkse titel weer tegenkwamen. In ’69-’70 kwam de stadsderby tegen NSC voor het eerst op de rol te staan in de 3e klasse B, maar die verdween ook alweer in ’71. Waar DVS het “eeuwig derdeklasserschap” had ingezet, bracht het kampioenschap de oranjehemden in ’71 naar de 2e klasse, wat toen al een jaar lang niet de hoogste meer was. Sparta hield daar redelijk stand tot ’78, maar ontliep de geelzwarten nog, doordat het in een Oostelijke 3e klasse werd ingedeeld. In die periode was NSC tot ’83 de eerste club in de stad. Na 17 jaar in de 3e klasse door een degradatie speelde DVS dus weer 4e klasse, terwijl de Nijkerkers het nog een jaar volhielden op dat niveau. In ’80 wisselden de twee clubs stuivertje van niveau, maar na het Nijkerkse kampioenschap in ’81 kwam de streekontmoeting nog niet terug. DVS maakte namelijk na de winst in de beslissingswedstrijd tegen Valleivogels haar historische intrede in de 2e klasse en verbleef daar maar een jaar. Met Sparta als nummer 5 in de eindstand, verloor DVS de driestrijd met VVOP en Valleivogels van de Scherpenzelers. In ’82-’83 waren de verschillen groot tussen de Nijkerkers en de Ermeloërs. Sparta werd kampioen van de 3e klasse, waar de geelzwarten als laatste eindigden. De oranjehemden kregen er in het daaropvolgende seizoen wel de stadsderby voor terug voor een jaar, nu in de 2e klasse. Het volgende kampioenschap in ’87 bracht de oranjehemden naar de 1e klasse, zodat het hoogste platform na de invoering van de 1e klasse in ’70 in de clubhistorie voor de eerste keer bereikt was.
 
Stabiele Hoofdklasser
DVS volgde de club een jaar later, maar door door de respectievelijke indeling in 1B en 1C kwam het vooralsnog niet tot een nieuw treffen. Bovendien handhaafde Sparta zich langer dan de Ermeloërs (4 seizoenen tegen 2). (De stadsderby stond vanaf ’91 wel drie keer op de rol.) Beide clubs maakten de degradatie in een enkel seizoen weer ongedaan (DVS in ’91 ten koste van de Elburger Sportclub en de Nijkerkers in ’92 na een gewonnen beslissingswedstrijd tegen Candia’66). Dat bracht beide clubs weer bij elkaar in de 1e klasse B, waar zij geen van beide imponeerden. Een nieuwe kennismaking bleef nog uit ondanks dat beide beurtelings degradeerden tot ‘96’-’97, waar DVS een te smalle selectie had om uiteindelijk mee te dingen naar de titel. In een zinderend competitieslot greep Sparta die voor SDVB.
 
Met slechts één tussenjaar zou Sparta elf seizoenen op het hoogste podium acteren. Met het onwaarschijnlijke puntenaantal van 33 uit 26 wedstrijden degradeerde Sparta toch na de verloren P-/D-wedstrijd tegen het Rotterdamse TOGR. Die degradatie naar de 1e klasse werd met een groot spandoek op een viaduct op de snelweg van harte begroet door Veensche Boys, dat zich toen al voor het vijfde seizoen ophield in de 1e klasse. De verhoudingen werden wel direct weer hersteld, want de Nijkerkers promoveerden direct weer en de Veenders zakten terug naar de 2e klasse.
 
Als tweede naar Topklasse
Sparta werd niet alleen een stabiele Hoofdklasse (zoals de 1e klasse in ’96 was gaan heten), maar ging zelfs meedingen om de hoofdprijzen. Waar in ’08 Spakenburg in de slotfase van de competitie nog voordrong, deed IJsselmeervogels dat twee jaar later. De oranjehemden hadden wel als tweede club in het land (en als eerste in de Hoofdklasse B) de nieuwe Topklasse bereikt, maar zagen ultiem ook IJsselmeervogels in de titelrace nog voorbijkomen.
Sparta en Topklasse is nooit een gelukkige relatie geworden. De spectaculaire nederlaag bij csv Apeldoorn duwde de Nijkerkers van dit podium. Een schrale troost was, dat ook de twee herkansers, waaronder CSV het niet redden. In ’12-’13 keerde de burenruzie met NSC wel weer voor een jaar terug. Na drie jaar zou het de Ebbenhorst-bewoners wel weer lukken om de Topklasse te bereiken. In de drie jaar Hoofdklasse kwam Sparta de Ermeloërs in de twee laatste seizoenen daarvan weer tegen, maar in alle drie seizoenen ook weer stadgenoot NSC. Eerst in ‘C’, waar DVS en de oranjehemden zich met een zesde (Sparta) en een zevende plaats in elkaars nabijheid bevonden. Het jaar daarop in ‘A’, waar de Nijkerkers van meet af aan de koppositie bezetten en Ajax, Quick Boys en DVS de oranjehemden probeerden te volgen naar de Topklasse. Dat lukte de Amsterdammers uiteindelijk. De twee promovendi uit de Hoofdklasse A konden zich niet handhaven.
 
Terugkeer op niveau Derde Divisie
In de drie jaar daarop bleef Sparta ver verwijderd van de Derde Divisie, waar DVS door het kampioenschap in de Hoofdklasse C het laatste jaar van de Topklasse nog meemaakte. In het afgelopen seizoen waren de Nijkerkers tot in de slotwedstrijd de grootste de grootste titelkandidaat met Staphorst en Excelsior’31 als grootste concurrenten, terwijl het favoriete sc Genemuiden het in deze jaargang liet afweten. De moeizaam verkregen voorsprong in Assen in de kampioenswedstrijd leek voldoende voor een groot Nijkerks feest. Eén klein moment, waarop de organisatie ontbrak (waarbij een centrale verdediger na een blessurebehandeling maar niet mocht terugkeren in het veld) brak Sparta op. ACV maakte uit een spelhervatting 1-1 en daarmee waren de Rijssenaren kampioen. Trainer Eric Speelziek lapte zijn ploeg mentaal echter goed op voor de lange extra route via Gouda, Bunschoten en Volendam naar de Derde Divisie bracht. Jodan Boys, Eemdijk en de plaatselijke RKAV gingen er met 2 nederlagen op. Een heel knappe prestatie, waarmee Sparta voet zette in de Derde Divisie; en nu eens niet voor een enkel seizoen.
 
Derby’s
Voor Sparta zullen de streekontmoetingen tegen DVS (twaalf jaargangen in het totaal tot ’19) zeker bijzonder zijn (en andersom), maar niet zo aansprekend als de ontmoetingen met de twee grootmachten uit Spakenburg; de gelijknamige club en IJsselmeervogels. Dat komt niet alleen vanwege de grootsheid van die twee clubs, maar ook door het verleden in de Tweede Wereldoorlog. Nijkerk ving veel evacués op uit het vissersdorp, waardoor er bijzondere banden zijn ontstaan tussen Nijkerk en Bunschoten-Spakenburg.
De stad ligt natuurlijk prachtig voor derby’s met omringende plaatsen als Putten (SDC Putten), Voorthuiizen (VVOP), Barneveld (SDV Barneveld) en natuurlijk de stadsderby tegen NSC, alsmede de gemeentelijke ontmoetingen met Veensche Boys.

Pandemie dwarsboomt ambities

De promotie van Sparta Nijkerk was gestoeld op een zowel een verdieping als verbreding van de selectie, mogelijk gemaakt door een groter budget rond de selectie. De oranjehemden hadden hun hoofdmacht al op sterkte voor de Derde Divisie. Toch zal niet iedereen gedacht hebben, dat de Ebbenhorst-bewoners in een keer zouden doorstoten naar de Tweede Divisie. Toch leek de equipe van trainer Eric Speelziek op weg daarnaartoe in navolging van Noordwijk een jaar eerder. Misschien gold DVS in dat seizoen nog wel als een grotere kandidaat na de twee eerdere derde plaatsen. De Nijkerkers namen het heft direct in handen, onder meer door een 1-0 zege op DVS op “De Ebbenhorst”. Na een mindere periode in de competitie hielp de 0-1 overwinning op de geelzwarten in Ermelo weer op ramkoers voor de titel. De competitie werd echter na speelronde 23 stilgelegd vanwege de coronapandemie en niet meer uitgespeeld. Het Nijkerkse feestje ging dus niet door.

Die nieuwe ronde met nieuwe kansen gingen nauwelijks door, want het seizoen ’20-’21 werd eveneens vanwege deze epidemie al na zes speelronden gestaakt.

In ’21-’22 gingen de Nijkerkers alweer als grootste favoriet van start, maar mede door blessures kon trainer Eric Speelziek niet vaak in zijn meest gewenste opstelling aantreden. In de eerste- en tweede periode kon dat nog verbloemd worden door de resultaten, maar in de derde periode liep Sparta zoveel averij op, dat de titel naar FC Lisse ging. Wat resteerde was de nacompetitie als winnaar van de tweede periode, waar de oranjehemden al in de eerste ronde werden uitgeschakeld. Met de topscorers van de Derde Divisie Zaterdag en -Zondag zou de stap naar de Tweede Divisie in ’22-’23 alsnog gezet moeten worden. Het werd een matige seizoen met een goede eindsprint. Bij het laatste fluitsignaal in de slotwedstrijd op “Het Noorderslag” in de reguliere competitie werden de oranjehemden nog gefeliciteerd met het behalen van de derde periodetitel. Dat de 0-1 voorsprong tegen tien man van Staphorst nog werd weg gegeven, mocht niet deren, want in Barendrecht stond GVVV met enkele minuten te spelen nog met 1-3 voor. Op “wonderbaarlijke” wijze veranderde dat in 4-3, waardoor Barendrecht spekkoper was. De KNVB accepteerde dat niet, kende de thuisclub verliespunten toe, maar het was niet Sparta Nijkerk, dat daarvan profiteerde. SteDoCo mocht de nacompetitie in en reikte nog tot de finale. Sparta Nijkerk mag het opnieuw proberen in ’23-’24.

 

(Versie 20231207)