Cookie beleid DVS'33 Ermelo

De website van DVS'33 Ermelo is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan
  • DVS-TV & DVS-Video

  • Top-en Hoofdsponsors
  • Eerstvolgende wedstrijd

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!

Harderwijk

Voetbalwedstrijden tussen Ermelose- en Harderwijkse clubs worden al meer dan een eeuw gespeeld. Natuurlijk niet met het belang, waar DVS en VVOG die derby nu invulling geven. De verhoudingen tussen Ermelo en Harderwijk liggen anders dan die tussen Ermelo en Putten. Daarover valt in ‘Ermelo, dorp op de Veluwe’ te lezen. De stad Harderwijk domineert met haar centrumfunctie in de regio en juist die dominantie gaf een andere kleur aan de derby’s tussen het dorp Ermelo en Harderwijk dan aan die tegen de clubs uit Putten, wat meer een evenknie van Ermelo was. Bovendien voerde VVOG heel lang de hegemonie in het Veluwse voetbal, waardoor er in Ermelo toch erg opgekeken werd tegen de “Groenen”, terwijl het Puttense SDC ook meer als gelijkwaardig gold. Kortom: Meer dan een eeuw Ermelo’s-Harderwijkse derby’s.
 
Eerste ontmoeting tussen Ermelo en Harderwijk
In Harderwijk verzocht HVC Achilles de gemeente om een veld toe te wijzen in Stadsweide om de voetbalsport te kunnen bedrijven. In Ermelo volgden in 1901 daarna initiatieven met de oprichting van de Ermelosche Voetbal Club (EVC). Het Overveluwsch Weekblad/De Harderwijker maakte op 17 mei 1901 melding van een wedstrijd tussen (HVC) Achilles, dat een wedstrijd tegen EVC glansrijk met 3-0 won. Dat zal dan de allereerste derby geweest zijn tussen een Ermelose- en een Harderwijkse voetbalvereniging. Op 27 november van dat jaar wonnen de Harderwijkers in Ermelo opnieuw met 2-3 van EVC. Waar Achilles zich in 1904 aanmeldde bij de UPVB (zondagvoetbal), want op de zaterdag bestond nog geen competitie, is niet bekend of EVC dat ook deed. Het bleef voor de Ermelose club tot 1915 bij vriendschappelijke wedstrijden tegen Harderwijkse- of Nunspeetse verenigingen.
 
Grote diversiteit in Ermelose- en Harderwijkse clubjes
In 1915 schreef Het Overveluwsch Weekblad nog wel over wedstrijden tussen de Ermelose clubjes EVC, Allen Weerbaar en Voorwaarts. AW ging in 1915 samen met EVC tot Veluvia en van de laatstgenoemde is nooit meer wat vernomen. Door het verbod van de gemeente Ermelo om op zondag binnen de bebouwde kom te voetballen beperkte het voetbal zich ook daarna tot vriendschappelijke wedstrijden, waarin naast Amersfoortse-  en Nijkerkse clubs aangetreden werd tegen het HSC, dat van ’13 tot ’18 bestond en vanaf 1914 ook onder de naam Harderwijk opdook, alsmede tegen het eveneens Harderwijkse SDO (’21-’29). Toen heette Veluvia al Ermelosche Football club; het EFC, wat een voorloper was van DVS’33. Naast die voorloper organiseerde het Ermelose EVV Excelsior seriewedstrijden (toernooien) met deelname van SSS (ook uit Ermelo) en o.a. TOG uit Harderwijk.
 
De behoefte aan een competitie op de zaterdag deed zich voelen en werd in 1922 ook gerealiseerd door de oprichting van de Noord Veluwsche Voetbal Bond (op de “Zolder” van stalhouderij Bakker door vertegenwoordigers uit onder meer Ermelo en Harderwijk, maar die competitie hield nog geen jaar stand, waarna men het heil weer het zocht in vriendschappelijke wedstrijden. Vooralsnog zijn er geen verslagen teruggevonden van wedstrijden tussen Ermelose- en Harderwijkse clubs in dat jaar.
Waar Ermelo in die jaren meerdere kleine clubjes kende, die een kortstondig bestaan leidden en waar EFC de constante factor in het plaatselijke voetbal was, was de diversiteit in Harderwijk nog groter. Dat telde buurtclubjes, zoals TOG (bij de oprichting in ’22 nog Flevo geheten), VVO en Trekvogels uit Harderwijk. Daarna ook tegen (jawel) VOG en SVU uit Harderwijk.
 
EFC en Ajax alsmede VOG en HVC als sterkste clubs
In Ermelo kwamen uit alle diversiteit EFC en Ajax bovendrijven; in Harderwijk waren dat VOG en HVC als sterkste clubs. Die laatste club sloot zich in ’32 aan bij de UPVB. Het VOG van 1927 moest zich tot de jaren tot ’33 tevredenstellen met een zomeravondcompetitie, die meestal op maandagavond gespeeld werd. De wedstrijd om het kampioenschap van Harderwijk tussen die twee clubs trok veel bekijks, wat de populariteit voor voetbal in die stad wel aantoonde.
Wedstrijden werden gespeeld op De Konijnenberg Nabij het huidige sportpark “De Strokel” lag een veldje, waarvan niemand wist, aan wie het toebehoorde en waar ieder clubje gebruik van maakte.
 
Waar het in die jaren aan ontbrak, was een competitie. Die mogelijkheid bood de Utrechtsche Provinciale Voetbal Bond (UPVB, in 1901 opgericht om het voetbal in de provincie Utrecht en ’t Gooi te bevorderen) bood die mogelijkheid al wel op de zondag.
Gemeenten als Ermelo en Harderwijk stonden het voetballen op zondag niet voor, maar door het recht op vereniging, vastgelegd in de Grondwet, was het niet mogelijk om de oprichting van een zondagclub te verbieden. Wel bepaalden de lokale overheden het toewijzen van een terrein om te voetballen. In Ermelo kon dat alleen onder voorwaarde aan de club om niet op zondag te spelen.
 
Belangrijkste derby nog tegen HVC
In Harderwijk zag VOG in ’27 het levenslicht. Die club speelde in de eerste jaren vooral in plaatselijke zomeravondcompetities en kwam ook Ermelose clubs tegen. In ’32 zocht die club aansluiting bij de UPVB. Dat er gekozen werd voor de zondag, kwam omdat er voor de zaterdag niet voldoende spelers waren. En dat terwijl er op de zaterdag clubs als HVC en Entre Nous zich in datzelfde jaar aanmeldden voor de eerste competitie in de UPVB op dat deel van de Veluwe, waar zondagvoetbal niet mogelijk was. Die twee laatstgenoemde clubs, kwamen uit tegen EFC en Ajax. Dat Entre Nous speelde, zelfs deze korte, competitie niet uit. HVC was aan het eind de sterkste met Ajax als tweede. EFC eindigde als laatste.
 
Of men tevreden was over deze competitie? Waarschijnlijk niet. De clubs in Ermelo, Harderwijk, Putten, Nijkerk en NAS (zoals IJsselmeervogels oorspronkelijk heette) uit Spakenburg, maakten in ’33 de overstap naar de Christelijke Nederlandse Voetbal Bond (CNVB). Dat ondanks de poging van de UPVB om die keuze nog teruggedraaid te krijgen. Nadat bleek, dat zondagvoetbal binnen de gemeentegrenzen van Ermelo nogmaals niet toegestaan werd, koos EFC voor de fusie met Ajax tot de nieuwe vereniging DVS’33.
 
De allereerste derby van DVS vond ook plaats tegen de grootste rivaal uit Harderwijk in die tijd, HVC, al was het dan een vriendschappelijke wedstrijd. De Ermelose fusieclub werd in het Overveluwsch Weekblad/De Harderwijker meteen al omschreven als een sterk ploegje, maar moest ook in die ontmoeting haar meerdere erkennen in de Harderwijkers. Dat bleek niet alleen in deze wedstrijd, maar ook in de Afdeling Harderwijk van de CNVB, waar HVC de eerste kampioen werd en DVS na Sparta als derde eindigde.
 
De laatste vermelding van HVC was in april ’35. De reden daarvan is niet geheel duidelijk. Waarschijnlijk aan veldenproblematiek of wat voor veel Harderwijkse clubjes in die tijd voorkwam, een lage organisatiegraad.
In ’35 werd DVS wel kampioen in deze afdeling voor HVC. Als principieel protestantse voetbalclub was er eigenlijk in Harderwijk meer draagvlak voor een zaterdagvereniging dan voor een zondagclub. VVOG, dat op last van de KNVB in datzelfde jaar een V voor de oorspronkelijke naam moest zetten. De Ermelose club kwam na dat jaar uit in de afdeling Zwolle van de CNVB met nieuwe tegenstanders. DVS vervolgde haar sportieve pad twee jaar later in de afdeling Apeldoorn nog steeds zonder derby met Harderwijk.
VVOG als enige Harderwijker voetbalvereniging
In ’37 stond de vereniging VVOG nadrukkelijk op de tocht, toen de gemeente Harderwijk het voetballen op zondag wilde verbieden. Tot dan toe werd het gedoogd. De discussie rakelde opnieuw op in de gemeenteraad, maar de club overleefde het na een aangespannen rechtszaak. In de betreffende gemeenteraadsvergaderingen werd het vandalisme toegeschreven aan de jeugd van VVOG. Die club reclameerde, dat dat niet door leden van de club gebeurde, maar juist door jongeren, die op zondag helemaal niets mochten en zich wel te buiten gingen aan vernielingen. De Harderwijkse club had toen dus wel een sociale functie. VVOG bleef gewoon bestaan en voetbalde in de UPVB in een competitie met bijvoorbeeld de Barneveldse- of Amersfoortse clubs. 
 
De Ermelose fusieclub vervolgde haar sportieve weg in de CNVB. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei ’40 voorkwam niet alleen, dat DVS voor de derde keer kampioen kon worden, maar bracht de club na de fusie van alle voetbalbonden onder de vlag van de KNVB met diverse “onderbonden” terug in de voormalige UPVB, toen Afdeling Utrecht. De invloed van de CNVB was, dat er door de KNVB nu wel competities op zaterdag georganiseerd zouden worden. Dat was vanaf de fusie allereerst in het District West II; in de overige districten gebeurde dat in de “onderbonden”. In de praktijk betekende dat voor de Noordwest-Veluwse clubs in de afdeling Utrecht in ’40 vooralsnog een noodcompetitie vanwege de vervoersproblemen, waardoor de clubs van dit deel van de Veluwe, Spakenburg en Veenendaal niet bij elkaar in te delen waren. In deze noodcompetitie kwamen eerste- en tweede elftallen van onder andere DVS en VVOG elkaar tegen. Uitslagen van die tijd zijn niet bekend.
 
Blauw-Zwart en BHC
In ’41 bestaat in Harderwijk wel de club Blauw-Zwart, maar die speelde vooral zomeravondvoetbal. In juni 1945, dus na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog maakte het Schilders Nieuwsblad melding van een wedstrijd tussen Blauw Zwart en DVS, gespeeld in de zomeravondcompetitie en die door de Ermeloërs met 0-1 gewonnen werd. Dat Blauw-Zwart combineerde in augustus van dat jaar met de sportvereniging HBS tot de nieuwe omnisportvereniging tot BHC en de nieuwe principiële zaterdagvereniging verzocht de ‘UPVB’ haar in te schrijven voor de competitie. Datzelfde BHC zocht in december aansluiting bij VVOG, aldus een advertentie in het Schilders Nieuwsblad voor een uitnodiging tot een bijzondere ledenvergadering. In november speelde DVS nog op het veld van de Harderwijkse club bij het Lyceum tegen BHC gelijk met 1-1. De geelzwarten beklaagden zich over de leiding van de wedstrijd, de voorzitter van de thuisclub, die een aantal zuivere doelpunten van de Ermeloërs afkeurde. DVS won eerder in oktober al met 4-3 van deze club. In oktober van 1945 telde deze omnisportvereniging al een 170 leden, haalde tegen DVS en Volharding uit Nunspeet redelijke resultaten en was niet zomaar een clubje. Net zo snel, als de naam opkwam, verdween het.
 
In augustus van 1945 had Blauw Zwart al gezocht om aansluiting bij VVOG als Zaterdag-sectie, maar dat was geweigerd, omdat dat niet een bij een bond aangesloten vereniging was. Ook BHC verdween van het toneel en in december ’45 kregen de diverse principiële zaterdagvoetballers uit de stad vaste voet bij VVOG. De hoofdmacht van DVS was in het seizoen ’45-’46 nog geen tegenstander voor de “zaterdagtrappers” (zoals de oorspronkelijke tak van de Harderwijkse club de nieuwe loot aan de stam nog denigrerend noemden). De geelzwarten zouden in dat jaar kampioen worden in de 1e klasse van de Afdeling Utrecht, waar VVOG als laatste eindigde en een jaar later een klasse lager tegen het tweede elftal van DVS uitkwam.
 
VVOG-Zaterdag groeit naar derby met DVS toe
De aansluiting van de zaterdagvoetballers zou VVOG een aanzien geven, die de zondagsectie nooit zou krijgen. Het grootste probleem was om de afdeling Utrecht uit te komen. Waar DVS na het instellen van de 4e klasse in het district West 1 in ’46 door titel samen met de kampioenen uit de andere twee 1e klassen in de afdeling Utrecht wel direct promoveerde, moesten de “Groenen” na hun kampioenschap nog een extra beslissingswedstrijd of nacompetitie spelen. De stap naar de KNVB werd dan ook pas in ’52 gezet, maar daarna ging het hard.
De derby tegen de geelzwarten stond nog niet direct op de rol, omdat DVS toen al in de 3e klasse uitkwam, maar twee jaar later wel. Voor twee seizoenen slechts, want waar de motor van de sv Ermelo (zoals de club van ’55 tot ’58 heette) begon te haperen, stoomden de Harderwijkers door. De inwoners van beide plaatsen moesten wachten tot ’63, toen VVOG na een degradatie uit de 2e klasse (toen het hoogste) terugviel naar de 3e klasse KNVB in West 1 en DVS daar juist naar terugkeerde na de titel in de 4e klasse. (Na de tweede degradatie uit de 3e klasse in Oost in ’58 verhuisde de club weer naar West 1, waar het tot het kampioenschap, in de eerste jaargang aan de Ermelose Sportlaan, deze derby weer terugbracht. Ook nu maar voor één jaar. Het zorgde wel voor uitzonderlijke uitslagen: DVS begon de competitie namelijk in eigen huis nota bene als favoriet, maar kreeg met 6-0 ongenadig klop. In de return brachten de geelzwarten VVOG met 0-1 de enige nederlaag van het seizoen toe. De Harderwijkers keerden dan ook als kampioen na een enkel seizoen terug naar de 2e klasse met DVS knap als derde.
 
DVS als tweedeklasser weer naar VVOG
De volgende editie van deze derby liet dan ook tot ’81-’82 op zich wachten. VVOG had toen het grootste succes in de clubhistorie te pakken door in ’69 niet alleen de eigen afdelingstitel in de hoogste klasse (2e-) te pakken, maar ook de nacompetitie van de ander vier kampioenen te winnen. Bovendien schreven de Harderwijkers het allereerste landskampioenschap bij de amateurs op hun naam door ook de algeheel zondagkampioen achter zich te laten, zij het vanaf elf meter).
DVS had in ’77 zelf een einde gemaakt aan het “eeuwig derdeklasserschap”, maar door de degradatie naar de 4e klasse wel in de verkeerde richting. Met nieuw elan werd de weg omhoog ingezet met als hoofdtrainer Jan Lankreijer. Een verjongd DVS zette onder hem voor het eerst in de clubgeschiedenis in ’80 voet in de 2e klasse, waarin het bol stond van de derby’s; NSC, SDCP en door de degradatie van de Harderwijkers uit de 1e klasse ook weer tegen VVOG.
Ook nu slechts voor één jaargang. Er was zo lang naar uitgekeken, maar de eerste editie (een week na de 0-0 van DVS thuis tegen SDCP in de competitieopening) werd op “De Strokel” een nipte 2-1 overwinning voor VVOG. In Ermelo wonnen de geelzwarten met 1-0. DVS struikelde echter teveel in de derby’s, speelde het hele seizoen tegen degradatie en ontkwam daar dan ook niet aan. De groenwitten werden de terechte kampioen, maar nu zou het geen zeventien jaar duren voor deze altijd aansprekende wedstrijd weer op het programma zou staan.
 
De derby op het hoogste niveau
DVS keerde zelfs nog een keer terug naar de “kelder” van de KNVB, maar klom van daaruit ook weer naar het hoogste platform. Dat gebeurde met een substantiële inbreng van buiten bekend als “De Zwolse Coup” (gepaard met de terugkeer van eigen jeugdige talenten) in ’88, toen de geelzwarten kampioen werden van de 2e klasse en zodoende mochten optreden op het hoogste podium in het zaterdagvoetbal. Daarmee keerde de derby tegen VVOG nog niet direct terug, omdat de Harderwijkers in een andere afdeling waren ingedeeld. Daarom pas in ’89. De Ermelose club won ten overstaan van zo’n dikke 3000 toeschouwers in eigen coulisse met 3-1 van VVOG, dat later met 5-0 op “De Strokel” keihard revanche nam.
 
De derby zou op het hoogste niveau zes jaargangen op de rol staan. DVS zou na een jaar weer terugkeren in de 1e klasse, waar nog een seizoen geduld geoefend moest worden. In ’92-’93 hielden beide ploegen elkaar met twee gelijke spelen in evenwicht. Eén seizoen later was DVS in Harderwijk met 0-1 de sterkste, maar haalden de groenwitten in de return met 0-3 hun gram. In ’95-’96 werd het na de 0-0 op “De Strokel” 2-2 in Ermelo, bij de degradatie van DVS uit de 1e klasse naar de 1e klasse (vanwege de reorganisatie in het amateurvoetbal). In ’98-’99 waren de geelzwarten over twee wedstrijden de sterkste in deze derby door een 0-1 uitoverwinning en een 1-1 thuis. Een seizoen later waren de rollen omgekeerd met een 1-3 in Ermelo en een 2-2 in de return. DVS slaagde er maar niet in om een stabiele Hoofdklasser te worden en degradeerden ook dat jaar. Datzelfde gebeurde in het volgende gemeenschappelijke seizoen met VVOG, dat in ’02-’03 de uitwedstrijd met 1-3 won en thuis niet verder kwam dan 0-0.
 
Hoofdklasse inzet in derby op “Putter Eng”
De derby tussen beide clubs met het grootste belang was die op 26 mei 2007 op “De Putter Eng”. Inmiddels was er wel wat veranderd. Waar VVOG altijd als favoriet gold, namen de Ermeloërs die rol geleidelijk aan over. Op “De Strokel” groeiden de bomen niet meer tot in de hemel en handhaving op het hoogste niveau was steeds minder vanzelfsprekend. Bij de geelzwarten hadden de ambities inmiddels wat steviger postgevat, gesteund door een groeiende businessclub. Dat seizoen kende maar één enkele confrontatie tussen beide clubs tussen de Hoofdklasser uit Harderwijk en de winnaar van de nacompetitie in de sterke 1e klasse D. Voor hetzelfde geld had DVS in bijvoorbeeld Nijkerk of Spakenburg tegenover Huizen gestaan, maar die club werd door de “Groenen” in een rechtstreeks beslissingsduel al naar de 1e klasse terugverwezen. De terugkomst van Marco Roelofsen bleek goud waard voor VVOG, dat zich na een 1-1 eindstand in de reguliere speeltijd met een 2-1 zege alsnog veilig speelde. Voor een jaar.
 
Derby bijna jaarlijks op de rol
Daarna (vanaf ’08 dus) volgden de derby’s tussen de twee clubs elkaar op een in frequentie, zoals die tevoren nooit geweest was; in de negen seizoenen liefst zeven jaargangen. Dat daar twee jaren aan ontbraken, lag aan de promoties van DVS (in ’10 met de verstrekte promotie naar de Hoofdklasse en in ’15 door het kampioenschap van de geelzwarten in de Hoofdklasse C), maar de groenwitten volgden beide keren een jaar later.
De favorietenrol was nu in de 1e klasse wel voor DVS, dat daar maar moeilijk mee om kon gaan. In ’08-’09 verloren de Ermeloërs beide wedstrijden (2-0 en 1-3). Een jaar daarna leek VVOG de Ermeloërs na de eerder 0-1 op de eigen “Strokel” met de 0-0 nog van directe promotie af te halen (tevergeefs). Met de Hoofdklasse als voorportaal van de topklasse wonnen beide clubs in ’11-’12 met 0-2. Het seizoen daarop geschiedde hetzelfde, maar nu met de cijfers 0-3. In het kampioensjaar was DVS eindelijk weer eens de sterkste over twee wedstrijden (3-1 en 1-1).
Als Derdedivisionisten speelden beide clubs in ’16-17 de jongste edities, waarbij een hecht, onverzettelijk VVOG voor eigen aanhang met 2-1 won van de gemakkelijker voetballende geelzwarten. In Ermelo regeerde de angst voor de counter, maar volgde er met 1-0 een voorzichtige revanche. Het kalenderjaar 2018, de slotronde van de eerste competitiehelft, gaat in met de altijd aansprekende derby tegen en bij VVOG. Dat leverde op “De Strokel” een eclatante 0-6 zege op voor de Ermeloërs, die daarmee revanche namen voor de nederlaag met dezelfde uitslag 55 jaar eerder.
 
Meest aansprekende derby tussen Ermelo en Harderwijk
Wedstrijden tussen clubs uit Ermelo en Harderwijk worden al meer dan 100 jaar gevoetbald. Nadat er in Ermelo met DVS nog maar één club bestond, werd dat aantal al fors minder. Met het ontstaan van EFC’58 en Zwart-Wit’63 kwam daar op het niveau van de afdeling Utrecht wedstrijden bij, die zeker een grote derbysfeer kende. FC Horst, van ’71, nam die rol tegen de tweede club van Harderwijk over, maar ook de wedstrijden van de jongste Ermelose vereniging van Ermelo tegen Hierden werden in een bijzondere derbysfeer afgewerkt.
Misschien mochten die clubs de laatste jaren met meer plaatselijke helden in het elftal het predicaat derby nog claimen, maar ook dat is achterhaald. Hoe zeer die derbysfeer ook bij die clubs speelt bij onderlinge ontmoetingen, de wedstrijden tussen VVOG en DVS zullen het grote publiek in beide plaatsen toch het meest aanspreken.